Past Simple herhaling

Past Simple 
Regular and Irregular verbs
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Past Simple 
Regular and Irregular verbs

Slide 1 - Diapositive

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 2 - Diapositive

Past Simple met Irregular verbs
Sommige werkwoorden hebben geen regels. Deze moet je simpelweg leren. Dit zijn er helaas best wel veel. 
Deze staan op het blaadje dat je hebt gekregen. 


Slide 3 - Diapositive

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 4 - Question de remorquage

Past simple regular verbs

Past simple irregular verbs
leave
stop
fly
jump
buy
keep

Slide 5 - Question de remorquage

Vervoeg het werkwoord in de zin:
Lucy .......(walk) to school yesterday
timer
0:20

Slide 6 - Question ouverte

Fill in the correct form of the verb, use the past simple:
Mary ......... (be) at school yesterday.
timer
0:20

Slide 7 - Question ouverte

Use a past simple:
Danny _____ (visit) his grandmother yesterday.

Slide 8 - Question ouverte

(to stop) past simple
The baby ..... crying.

Slide 9 - Question ouverte

They ....... (go) home after school yesterday.

Slide 10 - Question ouverte

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Als de woorden was/were/could en should in de zin staan gebruik je geen did en didn't. 

Slide 11 - Diapositive

Hoe ziet dit er dan uit in een zin?
Gewone zin:
My father .....went......(go) to the supermarket last Monday.

Negatieve zin:
My father .... did not go....(go/not) to the supermarket last Monday.

Vraagzin:
..Did.. my father ..go.. (go) to the supermarket last Monday?

Slide 12 - Diapositive

Maak een vraag:
John made lunch.

Slide 13 - Question ouverte

Maak een vraag:
They were in Amsterdam last week.

Slide 14 - Question ouverte

Maak een vraag:
The girl had breakfast.

Slide 15 - Question ouverte

Maak ontkennend:
Daniel played in the park

Slide 16 - Question ouverte

Maak een ontkenning:
I should go to America.

Slide 17 - Question ouverte

Maak een ontkenning:
We went shopping.

Slide 18 - Question ouverte

Past Simple: een overzicht
Gewone zin:
-Regelmatig werkwoord= ww+ed
-Onregelmatig werkwoord= 2e vorm (zie de lijst achterin boek)

Negatieve zin: 
did not + hele werkwoord

Vraagzin: 
Did + hele werkwoord

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive