Voorbereiding SO 2.1+2.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2: Nederland in Beweging

Maris College Statenkwartier - Klas 2 - vmbo/bk

Voorbereiding SO 2.1+2.2

Aardrijkskunde
Online 

• Mededelingen
• Planning + Procedure SO
• Herhaling 2.1
• Herhaling 2.2
• Volgende les 

Aardrijkskunde
Mededelingen 

• Lessen volgens het rooster
• Huiswerk in magister
• Aanwezigheid verplicht!

Mocht er iets niet lukken m.b.t. het huiswerk of heb je vragen? ->

Bericht in Teams/Magister

Aardrijkskunde
Thuiswerken 

Microsoft Teams

• Docent start de vergadering
• Microfoon op mute
• Vraag -> Steek je hand op
• Chat is enkel voor vragen en/of antwoorden
• Actieve deelname -> Laptop/PC

Aardrijkskunde
Thuiswerken 

LessonUp

• Altijd aanmelden met je eigen naam -> i.v.m absentie 
• Scherm wordt gedeeld in teams, maar je krijgt het scherm ook zelf
• Beantwoord alle vragen die op het scherm verschijnen -> voortgang
• Les wordt gedeeld, je kunt hem later nog terugkijken

Aardrijkskunde

SO 2.1 + 2.2

Volgende les gaan jullie een SO maken over;

• Paragraaf 2.1 - De bevolking van Nederland
• Paragraaf 2.2 - Immigranten in Nederland

Dit is een open boek toets. Je mag dus je lesboek bij de toets gebruiken.  Je hebt 1 lesuur de tijd en de toets telt 1 x mee voor het tweede rapport.

Je maakt de toets in LessonUp. Aan het begin van de les ontvang je een link.

Aardrijkskunde

Vandaag

Ter voorbereiding herhalen we vandaag;

2.1 De Bevolking van Nederland 2.2 Immigranten in Nederland

Hoe zat het ook alweer?

Aardrijkskunde

Herhaling 2.1

2.1 De bevolking van Nederland

• In Nederland wonen bijna 17 miljoen mensen
• Vooral de steden zijn dichtbevolkt= Gebied met veel mensen per m2
• Buiten de steden vind je vooral dunbevolkte gebied = gebied met weinig inwoners per m2

Figuur 2
(HB Blz 24)

00:34

Er zijn 172.000 mensen geboren en 148.000 overleden; Waar spreken we dan van?

1. Vestigingsoverschot
2. Geboorteoverschot
3. Vertrekoverschot
4. Sterfteoverschot

00:52

Immigranten / Immigratie

Emigranten / Emigratie

Een land verlaten om ergens anders te gaan wonen. 

Een land binnenkomen om er te gaan wonen

Hoe noemen we Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?

Aardrijkskunde

Herhaling 2.1

Het geboortecijfer in Nederland is gedaald. Dit heeft drie belangrijke redenen:

• Het gebruik van voorbehoedsmiddelen
  
•   Vrouwen worden steeds later moeder
  
•   Steeds meer mensen zonder partner in Nederland
  
• 
  

Aardrijkskunde

Herhaling 2.1

Er is in Nederland sprake van vergrijzing =

• Er komen steeds meer ouderen en steeds minder jongeren
• Hogere levensverwachting door: 1. Betere leefomstandigheden
  2. Betere gezondheidszorg

00:52

Er zijn 140.000 emigranten en 227.000 immigranten; Waar spreken we van?

1. Vestigingsoverschot
2. Geboorteoverschot
3. Vertrekoverschot
4. Sterfteoverschot

Aardrijkskunde

Herhaling 2.2

Groepen immigranten

De immigranten die in Nederland wonen kun je in drie groepen verdelen:

• Arbeidsmigranten
• Mensen uit de voormalige koloniën
• Vluchtelingen

Aardrijkskunde

Herhaling 2.2

Arbeidsmigranten

Na 1960 was er een groot tekort aan arbeiders in Nederland 

• Veel mensen uit Spanje, Italië, Marokko en Turkije kwamen naar Nederland om te werken
• Gastarbeiders = Na voltooien van werk terug naar Spanje, Italië, Marokko, Turkije etc.
• Gezinshereniging = Ook het gezin van de migrant verhuist naar het betreffende land. 

Aardrijkskunde

Herhaling 2.2

Mensen uit de voormalige koloniën

Veel mensen kwamen naar Nederland toen de koloniën onafhankelijk werden

• Suriname
• Indonesië (Nederlands-Indië)
  
• Nederlandse Antillen 

De Antillen behoren nog altijd tot het Koninkrijk der Nederlanden. 

Aardrijkskunde

Herhaling 2.2

Vluchtelingen

• Zijn hun land ontvlucht omdat het daar niet veilig is (oorlog, politiek, seksualiteit, geloof)
• We noemen hen asielzoekers
• Asiel = bescherming

Niet alle asielzoekers zijn vluchtelingen. Hier wordt door de immigratiedienst uitgebreid onderzoek naar gedaan. 

Aardrijkskunde

Herhaling 2.2

Groepen immigranten

De immigranten die in Nederland wonen kun je in drie groepen verdelen:

• Arbeidsmigranten
• Mensen uit de voormalige koloniën
• Vluchtelingen

Aardrijkskunde

Oefening 2.2

We hebben het gehad over 3 belangrijke groepen immigranten in Nederland

• Je krijgt zo een aantal foto's (of video's) te zien van een aantal persoon, hierbij staat ook een kort omschrijving

• Vervolgens is het aan jullie de taak om te beschrijven tot welke groep deze personen behoren of welk begrip erbij past.

Aardrijkskunde

Persoon 1

'Mijn oma komt uit Indonesië, ze woont al zestig jaar in Nederland' 

Tot welke groep behoort deze persoon?

'Mijn oma komt uit Indonesië, ze woont al zestig jaar in Nederland'

1. Arbeidsmigranten
2. Vluchtelingen
3. Mensen uit de voormalige kolonien

Aardrijkskunde

Persoon 2

'Mijn man werkte al een aantal jaar in Nederland. Toen alles rond was met de papieren, mocht ik ook hier komen wonen' 

Welk begrip hoort bij deze persoon?

Mijn man werkte al een aantal jaar in Nederland. Toen alles rond was met de papieren, mocht ik ook hier komen wonen'

1. Gezinshereniging
2. Gastarbeiders
3. Asielzoekers
4. Vluchtelingen

Aardrijkskunde

Persoon 3

'Ik kom uit Duitsland en werk in de zomer in een strandtent op Scheveningen. In de winter geef ik snowboardles in Oostenrijk.'

Tot welke groep behoort bij deze persoon?

'Ik kom uit Duitsland en werk in de zomer in een strandtent op Scheveningen. In de winter geef ik snowboardles in Oostenrijk.'

1. Arbeidsmigranten
2. Vluchtelingen
3. Mensen uit de voormalige kolonien

Aardrijkskunde

Uitleg 2.2

Migratie

Door migratie wonen er veel mensen in Nederland met een migratieachtergrond =

• Dit zijn mensen die geboren zijn in het buitenland of van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn. 
• Iemand waarvan beide ouders geboren zijn in Nederland = autochtoon 

Door migratie heeft Nederland een multiculturele samenleving.

Aardrijkskunde

SO 2.1 + 2.2

Volgende les gaan jullie een SO maken over;

• Paragraaf 2.1 - De bevolking van Nederland
• Paragraaf 2.2 - Immigranten in Nederland

Dit is een open boek toets. Je mag dus je lesboek bij de toets gebruiken.  Je hebt 1 lesuur de tijd en de toets telt 1 x mee voor het tweede rapport.

Je maakt de toets in LessonUp. Aan het begin van de les ontvang je een link.