sinterklaasgedichten bedenken

Sinterklaas
Wie kent hem niet?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Sinterklaas
Wie kent hem niet?

Slide 1 - Diapositive

Gedicht:
Wat weten jullie al?

Slide 2 - Question ouverte

Omarmend rijm
(ABBA)



Eindrijm
'de woorden aan het eind van de versregel rijmen'
Gepaard rijm
(AABB)

Slagrijm
(AAAA)





Gekruist rijm
(ABAB)

Slide 3 - Diapositive

Omarmend rijm
(ABBA)
Lang heb ik lopen denken
maar plots kwam het idee
dus ik heb het pakje mee
en zal het jou schenken.


Gepaard rijm
(AABB)
Lang heb ik lopen denken 
wat ik jou zou schenken
Plots kwam het idee
dus ik heb je pakje mee.
Slagrijm
(AAAA)
Ik heb een idee.
Neem jij ook een pakje mee?
Zo hebben we er twee
en das oke!




Gekruist rijm
(ABAB)
Lang heb ik lopen denken
want ik had echt geen idee.
Wat moest ik jou schenken?
toch heb ik een pakje mee.
Voorbeelden:

Slide 4 - Diapositive

Wat rijmt er op...
Jou

Slide 5 - Diapositive

jou

Slide 6 - Carte mentale

Wat rijmt er op...
Sint

Slide 7 - Diapositive

Sint

Slide 8 - Carte mentale



Beste Daniel,

Zeg eens even, beste vriend,
heb jij dit jaar een cadeau verdiend?
We zullen zien wat Sint je biedt.
Is het een lege doos..., of niet?

De Sint

Beste Eva,

Ik trok een lootje en viel haast flauw.
Weet je wie ik had? Ik had jou!
Wat moet ik daar nou mee beginnen?
Geen surprise komt bij mij binnen.
Wanhopig begon ik te huilen
Misschien wilde iemand met me ruilen.
Maar toen zag ik opeens het licht.
Ik schreef in één keer dit gedicht.
Er hoort zelfs een cadeautje bij.
Ben je nu niet blij met mij?

Sinterklaas

Slide 9 - Diapositive

Soorten rijm
slapen … schapen
lopen  … knopen
 pak … zak
kraan … gaan
woningen … koningen
Klinkers: 
Morgen maak ik opnieuw troep
En overmorgen is alles weer goed
Medeklinkers:
 Stevig staat de sterke man  op de stoep.

Slide 10 - Diapositive

Stap 1: rustig nadenken
 Schrijf eerst de antwoorden op onderstaande vragen op een papier:

Mijn gedicht is voor:
Dit weet ik over zijn/haar hobby’s:
Zijn/haar eigenschappen zijn:
Echt opvallend aan hem/haar is:
Dit is grappig aan hem/haar:
Dit is het cadeau:



Slide 11 - Diapositive

Stap 2: houd het simpel
 De meeste sinterklaasgedichten hebben het rijmschema AABB: regel 2 rijmt op regel 1 en regel 4 rijmt op regel 3. 

Zeg eens even, beste vriend,
heb jij dit jaar een cadeau verdiend?
We zullen zien wat Sint je biedt.
Is het een lege doos..., of niet?

Slide 12 - Diapositive

Stap 3: rijmwoorden vinden
Lukt het niet om een rijmwoord te vinden? Dan kun je natuurlijk altijd een (online) rijmwoordenboek raadplegen: www.rijmwoordenboek.nl 

Een andere oplossing is de zin  anders te formuleren. Je kunt bijvoorbeeld een vraagzin gebruiken:

Wat een herrie! Hoor ik een raket?
Nee, het is Marcel op zijn trompet!


Slide 13 - Diapositive

Stap 4: maak het leuk!
Het is leuk als er humor in het gedicht zit. Probeer zinnen te bedenken waar anderen om moeten lachen. Een beetje plagen mag in een sinterklaasgedicht en hoort bij de traditie. Maar zorg wel dat het geen hard of onaardig gedicht wordt.

Het benoemen van emoties en het verwoorden van geuren en kleuren helpen ook om een gedicht persoonlijk te maken. Gebruik de woorden als, net als of lijkt op. Deze woorden maken t een vergelijking: 
Je bent als een mooie, gekleurde boom
Vol met taartjes met slagroom.
Alles aan jou is gezellig en fijn 
Daarom wil ik altijd bij jou zijn!



Slide 14 - Diapositive

Doel
Ik kan een Sinterklaasgedicht schrijven van minimaal 8 regels, waarbij er twee woorden op elkaar rijmen.

Slide 15 - Diapositive



Idee
Schrijfhulp
Nakijkhulp
  • Voor wie schrijf je je gedicht? Eigenschappen van hem/haar.


  • Waar houdt diegene van?


  • Hoe ziet de surprise er uit?


  • Wat heb je gekocht?
  • Bedenk een passende titel.


  • Regel 1 en 2 rijmen. Of ander rijmschema.


  • Regel 3 en 4 rijmen.


  • Enz. Minstens 8 regels. 
  • Past de titel goed bij het gedicht?


  • Kun je je gedicht nog mooier maken?


  • Heeft je gedicht genoeg regels?


  • Is je gedicht goed te begrijpen?
  • Gekleurd papier.

Slide 16 - Diapositive

Zelf aan het werk

Maak nu het Sinterklaasgedicht

voor je klasgenoot waarvan

je het lootje hebt.




Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive