Waarom is de grond uit Hoog-Nederland onvruchtbaar?
Hoe is reliëf in Hoog-Nederland ontstaan?
Welke maatregelen zijn er in Laag-Nederland genomen om zich tegen het water te beschermen?
Slide 8 - Diapositive
§1.5
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
De Rijn, Maas en de voorlopers van deze rivieren hebben vele stroomgebieden gehad.
Deze rivieren hebben een dikke laag zand en grind in heel Nederland afgezet
Slide 11 - Diapositive
Waarom zijn door deze rivieren in heel Nederland dikke lagen zand en grind neergelegd?
Slide 12 - Diapositive
Waarom zijn door deze rivieren in heel Nederland dikke lagen zand en grind neergelegd?
> Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebieden van de Rijk en Maas. Hier stroomt het water langzaam en wordt het meegevoerde materiaal gesedimenteerd.
Slide 13 - Diapositive
Een doucheputje dat wegzakt
Bovenste lagen van Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren
Benedenloop van stroomgebieden
Dit pakket aan grind en zand neergelegd -> maar goed ook want we zaken langzaam weg
Door sedimentatie toch voor de helft boven de zeespiegel (van Noord-Brabant tot aan Drenthe) = Hoog-Nederland
Slide 14 - Diapositive
Een doucheputje dat wegzakt
Bovenste lagen van Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren
Benedenloop van stroomgebieden
Dit pakket aan grind en zand neergelegd -> maar goed ook want we zakken langzaam weg
Door sedimentatie toch voor de helft boven de zeespiegel (van Noord-Brabant tot aan Drenthe) = Hoog-Nederland
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Landschap Hoog-Nederland:
vooral gevormd in koude perioden tussen 200.000 jaar en 10.000 jaar geleden
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Verschillende ijstongen (A) duwden de grond aan de voorkant en de zijkanten tot stuwwallen
Slide 19 - Diapositive
Uit welk materiaal zijn de stuwwallen opgebouwd?
De stuwwallen bestaan uit zand en grond. Dit zand en grind is door (voorlopers van) de Rijn en de Maas in heel Nederland neergelegd.
Slide 20 - Diapositive
Aan het einde van de koude periode trok het ijs zich weer terug.
Je vindt de stuwwallen nog steeds terug in het landschap van Hoog-Nederland
Voorbeeld:
de Veluwe
de Utrechtse Heuvelrug
Slide 21 - Diapositive
(keileem = mix van zand, klei, leem, keien, grind)
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Stuwwallen en zwerfstenen
200.000 jaar geleden -> koude periode -> IJskap vanuit Scandinavië richting Nederland -> IJstongen -> soms meer dan 100 meter dik -> al het neergelegde sediment opzij geduwd.
Na het smelten van het landijs zijn de heuvels overgebleven -> die worden stuwwallen genoemd
Door het smeltwater ontstonden er smeltwaterdalen
In het noorden van Nederland zwerfstenen -> daar neergelegd door het ijs uit Scandinavië
Slide 24 - Diapositive
Stuwwallen en zwerfstenen
200.000 jaar geleden -> koude periode -> IJskap vanuit Scandinavië richting Nederland -> IJstongen -> soms meer dan 100 meter dik -> al het neergelegde sediment opzij geduwd.
Na het smelten van het landijs zijn de heuvels overgebleven -> die worden stuwwallen genoemd
Door het smeltwater ontstonden er smeltwaterdalen
In het noorden van Nederland zwerfstenen -> daar neergelegd door het ijs uit Scandinavië
Slide 25 - Diapositive
Waarom is de grond uit Hoog-Nederland onvruchtbaar?
Slide 26 - Diapositive
§1.6
Slide 27 - Diapositive
In Laag-Nederland zijn tijdens deze zeespiegelstijgingen nieuwe grondsoorten afgezet.
De stranden en duinen zijn gevormd door de zee.
Achter de duinen ontstond een moerasgebied, hier vormde zich laag veen.
Slide 28 - Diapositive
Ontstaan van veen
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen
Slide 29 - Diapositive
Ontstaan van veen
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen
Slide 30 - Diapositive
Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar
Slide 31 - Diapositive
Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen
Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water.
Een terp
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.
Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.
Slide 39 - Diapositive
Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.
Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.
Slide 40 - Diapositive
Polders in Nederland
Slide 41 - Diapositive
Polder
Een gebied omringd door dijken waarbinnen de waterstand wordt geregeld.
Vroeger deden ze dat met molens.
Tegenwoordig doen ze dat met gemalen (elektrische pompen)