Apprendre 9 phrases

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wie wil met ons spelen?

• Wie
• Qui
• wil spelen
• veut jouer
• met ons?
• avec nous? 

Wie wil met ons spelen?

Qui veut jouer avec nous?

Wie wil met ons spelen?

Ik ben beginner.

• Ik ben
• Je suis
• beginner.
• débutant.

Ik ben beginner.

Je suis débutant.

Ik ben beginner.

Hou je van voetballen?

• Hou je van
• Tu aimes
• voetballen?
• faire du foot?

Hou je van voetballen?

Tu aimes faire du foot?

Hou je van voetballen?

Ik wil meedoen aan de voetbalwedstrijd.

• Ik wil meedoen 
• Je veux participer 
• aan de voetbalwedstrijd.
• au match de foot.

Ik wil meedoen aan de voetbalwedstrijd.

Je veux participer au match de foot.

Ik wil meedoen aan de voetbalwedstrijd.

Ik wil het liefst keeper zijn.

• Ik wil het liefst zijn
• Je préfère être
• keeper.
• gardien de but.

Ik wil het liefst keeper zijn.

Je préfère être gardien de but.

Ik wil het liefst keeper zijn.

Ik schrijf me in.

Je m'inscris.

Ik schrijf me in.