Tijdvak 7 Pruiken en revoluties: Les 1 Oorzaken van de Franse revolutie

Tijdvak 7 Pruiken en revoluties: Les 1 Oorzaken van de Franse revolutie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tijdvak 7 Pruiken en revoluties: Les 1 Oorzaken van de Franse revolutie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- Aan het einde van de les kunnen leerlingen uitleggen wat de standensamenleving is 
- Aan het einde van de les weten de leerlingen de oorzaken zijn van de Franse Revolutie.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over de Franse Revolutie?

Slide 3 - Carte mentale

Tijdvakken
Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10

Slide 4 - Question de remorquage

Mensen die gedwongen moesten werken voor iemand anders, ze waren iemand anders zijn bezit. 
Een guillotine 
groot landbouwbedrijf in de tropen met meestal één bepaald product.
1700-1800 (18e eeuw)
Wanneer was de tijd van pruiken en revoluties?
Wat is een plantage?
Welk symbool heeft de tijd van pruiken en revoluties?
Wat is een slaaf?

Slide 5 - Question de remorquage

Introductie
We gaan vandaag leren over een belangrijke periode in de geschiedenis: de Franse Revolutie. De bevolking was het niet eens met de koning en kwamen in opstand (revolutie). Deze les gaat over de oorzaken van de revolutie. de volgende les gaan we kijken naar de revolutie zelf.

Slide 6 - Diapositive

Standensamenleving
In de 18e eeuw bestond de bevolking van Frankrijk uit drie standen: de geestelijkheid, de adel en de derde stand. Wat denk je dat de standensamenleving inhield?

Slide 7 - Diapositive

In Frankrijk was er een standenmaatschappij. 
Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Boeren

Slide 8 - Question de remorquage

Standenmaatschappij
boeren & burgers
adel
geestelijken

Slide 9 - Question de remorquage

Tekst
De standenmaatschappij bestond uit drie standen. Sleep de standen naar de goede plek:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 10 - Question de remorquage

Standensamenleving: Geestelijkheid
De geestelijkheid bestond uit priesters, bisschoppen en andere kerkelijke mensen. Zij hadden veel privileges en betaalden geen belastingen. Zij waren de eerste stand.

Slide 11 - Diapositive

Standensamenleving: Adel
De adel bestond uit edelen en rijke landeigenaren. Zij hadden ook veel privileges, zoals het recht om belasting te heffen en betaalden ook geen belasting.

Slide 12 - Diapositive

Standensamenleving: Derde Stand
De derde stand bestond uit de rest van de bevolking, waaronder boeren, handelaren en arbeiders. Zij hadden weinig tot geen privileges en moesten Alle belastingen betalen.

Slide 13 - Diapositive

Koning Lodewijk XVI (16e)
Lodewijk de 16e was koning van Frankrijk. Hij was een Absolute Vorst. Dat betekent dat hij zelf alle wetten maakten en alle besluiten mocht nemen. Zijn vrouw Marie Antoinette gaf veel geld uit aan kleding en was niet populair onder de bevolking.

Slide 14 - Diapositive

Oorzaken van de Franse Revolutie
Er waren verschillende oorzaken voor de Franse Revolutie, Frankrijk was een puinhoop: economische oorzaak. ongelijkheid en politiek zijn ook een oorzaak.

Slide 15 - Diapositive

Economische Problemen
Frankrijk had te maken met hoge belastingen, een grote staatsschuld en economische recessie. Dit leidde tot armoede en ontevredenheid onder de bevolking.

Slide 16 - Diapositive

Ongelijkheid
De standensamenleving zorgde voor grote ongelijkheid tussen de verschillende standen. De derde stand had weinig rechten en privileges, terwijl de geestelijkheid en adel bevoorrecht waren.

Slide 17 - Diapositive

Interactieve Opdracht: Standensamenleving
Klas verdeeld in 3 groepen
- Geestelijkheid 2%
- Adel 3%
- boeren en burgers 95%

- we gaan het geld verdelen onder de bevolking (geld = snoep)

Slide 18 - Diapositive

Politieke Corruptie
De koning en de adel waren vaak corrupt en gaven weinig om de belangen van het volk. Dit zorgde voor ontevredenheid en het verlies van vertrouwen in de regering.

Slide 19 - Diapositive

Wie was de baas van Frankrijk in de 18e eeuw?

Slide 20 - Question ouverte

Wat was een oorzaak van
de Franse Revolutie?
A
De belastingen stegen voor de boeren & burgerij
B
Er was jaren lang een slechte oogst
C
Allebei juist
D
Allebei onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat was een belangrijke oorzaak van de Franse Revolutie?
A
1 Koning die de baas is
B
Economische crisis en hoge belastingen
C
1 godsdienst (katholieke christendom)
D
Buitenlandse invasie en militaire conflicten

Slide 22 - Quiz

Wat is een sociale oorzaak voor het ontstaan van de Franse revolutie?
A
Sterke invloed van de kerk op het dagelijks leven
B
Stijgende levensstandaard en economische groei
C
Strenge wetgeving en repressie
D
Grote ongelijkheid tussen de verschillende sociale klassen

Slide 23 - Quiz

Wat was een politieke oorzaak van de Franse Revolutie?
A
Absolute macht van de koning en het ontbreken van politieke participatie
B
Verspreiding van verlichtingsideeën en filosofieën
C
Opkomst van de bourgeoisie en nieuwe ideeën over gelijkheid
D
Toenemende invloed van de adel op de politiek

Slide 24 - Quiz

Welke twee standen betaalden geen belasting?

Slide 25 - Question ouverte

Waarom zouden de eerste en tweede stand geen belasting betalen?

Slide 26 - Question ouverte

Wat ging er economisch niet goed in Frankrijk in de 18e eeuw?

Slide 27 - Question ouverte

Leg uit waarom er geen gelijkheid was in Frankrijk. leg uit in drie zinnen.

Slide 28 - Question ouverte