K4 di 14-09 6.3 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

K4 14-09

Vandaag

- Eén zin van het bord ontleden

- Korte uitleg over CONGRUENTIE 

- Maken 6.3 opdracht 1 en 2

- Korte uitleg over werkwoordspelling

- Maken 6.3 opdracht 4, 5, 6

O en PV in zelfde hoeveelheid

- Het onderwerp en de persoonsvorm moeten dezelfde hoeveelheid hebben:

De klas (enkelvoud) heeft (enkelvoud) een toets. 

De jongens (meervoud) hebben (meervoud) een toets.

MAKKIE!

Zonder stappenplan!

Heikens maakt altijd domme opdrachten voor ons voor Nederlands.

Drugs .... je leven kapot.
Wat vul je in??

1. Maakt
2. Maken

De groep vissen .... gevangen.
Wat vul je in?

1. Wordt
2. Worden

Basketballen .... ik het allerliefst.
Wat vul je in?

1. Doe
2. Doen

Dussss...

Het onderwerp en de persoonsvorm moeten allebei meervoud of allebei enkelvoud zijn!

Maak nu 6.3 opdracht 1 en 2

Verschil tussen TT, VT en VD

TT = tegenwoordige tijd

VT = verleden tijd

VD = voltooid deelwoord

TT Tegenwoordige tijd

Tegenwoordige tijd

Ik loop                       Ik bied 

Jij/hij loopt              Jij/hij biedt

Wij lopen                  Wij bieden

NOOIT EEN -D ERACHTER PLAKKEN!

VT Verleden tijd - Zwakke werkwoorden

Verleden tijd --> Veranderen niet van klank!

Ik veeg - ik veegde

Ik herken - ik herkende

Wij merken - wij merkten

Goed luisteren of er -de(n) of - te(n) achter de stam moet plakken!

Verleden tijd - Sterke werkwoorden

Verleden tijd --> Veranderen van klank!

Ik zwem- ik zwom

Ik loop - ik liep

Wij bijten - wij beten

Goed luisteren, we horen hoe het moet!

Welk werkwoord mist er???

Voltooid deelwoord

Zwemmen - Ik heb gezwommen

Lopen - ik heb gelopen

Rennen - ik heb gerend (je hoort gerende)

Poetsen - ik heb gepoetst (je hoort gepoetste)

Bij twijfel T of D? Eerst langer maken (dus een -e erachter zetten).  Daarna pas 'T SeXyFoKSCHaaP gebruiken!

En dan...

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? Luisteren... Een T erachter of niet! Twijfel? Vul maken in!

Persoonsvorm in de verleden tijd? Luisteren... is het -de(n) of - te(n)? Twijfel? Sexyfokschaap!

Voltooid deelwoord? Langer maken en luisteren! Twijfel? Sexyfokschaap!

Aan 't werk!

1. Maak 6.3 opdracht (1, 2) 4, 5, 6 ZONDER TELEFOON

2. Klaar binnen de tijd? Doe wat voor jezelf.

3. Kijk na.