Rouwverwerking

Rouwverwerking 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rouwverwerking 

Slide 1 - Diapositive

Maar eerst
Vorige les

Slide 2 - Diapositive

Traumasensitief lesgeven 

Slide 3 - Diapositive

Wat is een ingrijpende gebeurtenis / trauma?

Slide 4 - Carte mentale

Wat kan de kans op een trauma vergroten?

Slide 5 - Carte mentale

Welke drie eigenschappen kan je beste toepassen in je lesgeven bij een getraumatiseerd kind?

Slide 6 - Carte mentale

Rouwverwerking 
Ook het overlijden van een dierbare kan een traumatische ervaring zijn. 
Kinderen en jongeren die de dood niet als traumatisch hebben ervaren, kunnen de overledene op een positieve manier herinneren en het overlijden integreren in hun bestaan. Bij traumatische rouw ligt het accent op symptomen van de posttraumatische stress stoornis (PTSS).

Slide 7 - Diapositive

Werken in het onderwijs
Overlijden
  • Huisdieren
  • Grootouders
  • Ouders
  • Collega's 
  • Eigen leerlingen / studenten

Slide 8 - Diapositive

Zijn er mensen die iets kwijt willen?

Slide 9 - Carte mentale

Rouwverwerking bij kinderen
Van 5 tot 8 jaar snappen kinderen dat dood voor altijd is. 
Kinderen zijn afhankelijk van volwassenen om hen heen. 
Bescherm ze niet, ontwijk het onderwerp niet
Kinderen hebben informatie nodig om alles te kunnen plaatsen.
Ze hebben steun en begrip nodig om te omgaan met de heftige gevoelens waarmee ze geconfronteerd worden. 
Tip: praten met leeftijdsgenoten die een vergelijkbaar iets hebben meegemaakt. 

Slide 10 - Diapositive

Hoe ga hiermee om?
Wat zien we?
Wat voor rouwgedrag is er?

Slide 11 - Diapositive

Rouwgedrag
Aspecten
Het rouwgedrag van een kind is afhankelijk van:
- de relatie, die het kind heeft tot de overleden persoon;
- de manier waarop deze persoon is overleden;
- de omgang tussen overleden persoon en kind vóór het overlijden;
- het karakter van het kind;
- de leeftijd van het kind;
- en eerdere ervaringen, die het kind met de dood heeft.

Slide 12 - Diapositive

Veiligheid en duidelijkheid
Tevens rouwen kinderen doorgaans later dan volwassenen. 
Kinderen zich eerst veilig moeten voelen. Kort na een overlijden kunnen er zo veel dingen in het leven van een kind anders zijn. Het leven staat op z’n kop. Er is veel onduidelijk wat er nu verder gaat gebeuren in het leven. 

Slide 13 - Diapositive

Ritme en structuur
Dit zijn vragen en gedachten van het kind, waar het zich zorgen over maakt. Pas als er een duidelijke structuur in het leven van het kind terug is, komt het toe aan de emotionele verwerking. In die zin moet er dus eerst veiligheid en duidelijkheid zijn, voordat er ruimte is voor het (kunnen) toelaten van emoties. 

Slide 14 - Diapositive

Ritme en structuur 
In de klas merkt de leerkracht daarom wellicht nog niet zo veel aan een kind. Sommige leerkrachten kijken raar op, als een kind het liefst zo snel mogelijk weer naar school wil. Het kind ervaart op school echter hetzelfde ritme en dezelfde structuur als vóór het overlijden van de ouder. En dit geeft het kind houvast en duidelijkheid.

Slide 15 - Diapositive

Dubbele bescherming
Kinderen zullen hun dierbaren beschermen. 
Ze zullen zich doorgaans groot houden, om op deze manier niet de andere dierbaren te belasten. Ze houden hun verdriet vaak in. Want er is al zo veel verdriet in het gezin! 
Ze huilen bijvoorbeeld in bed of op een andere plek, waar ze alleen zijn. Ouders op hun beurt beschermen óók weer hun kinderen. 
Ze proberen hun kinderen te behoeden voor nóg meer verdriet. En zo is er dan sprake van een «dubbele bescherming».

Slide 16 - Diapositive

Pauze
Is er iemand die iets kwijt wil.
Afhankelijk van de tijd gaan we nu of volgende week verder. 

Slide 17 - Diapositive

Hoe zien kinderen de dood?
Kinderen van 4 tot 6 jaar
  • De dood is niet definitief/tijdelijk 
  • Spelen de verlies ervaring na
  • Kunnen het gevoel niet uiten, frustratie & onmacht
  • Magisch en animistisch denken



 

Slide 18 - Diapositive

Hoe zien kinderen de dood?
Kinderen van 6 tot 10 jaar 
  • Besef dat dood definitief is wordt steeds sterker
  • Kan als afweermechanisme verlieservaringen ontkennen. 
  • Kunnen hun gevoel beter onder woorden brengen.
  • Besef dat dood door ziekte kan komen en niet door hun magische gedachten.

Slide 19 - Diapositive

Hoe zien kinderen de dood?
Kinderen van 10 tot 12 jaar
  • Kunnen abstracter denken over de dood.
  • Kunnen hun gevoel onderbouwen, maar willen zich vooral groot houden. 
  • Schuld fantasieën kunnen een grote rol spelen.

Slide 20 - Diapositive

Fasen en taken bij rouw
Rouwtaak 1 het aanvaarden van het verlies.
Dit betekent: het geloven van het verlies en het onder ogen kunnen zien van dit verlies. Dit houdt twee dingen in:
  • Op de eerste plaats is er een verstandelijk weten, dat het verlies realiteit is.
  • En bovendien is er het gevoelsmatig beseffen, dat het verlies heeft plaatsgevonden.

Slide 21 - Diapositive

Fasen en taken bij rouw
Rouwtaak 2 het voelen van de pijn, die het gevolg is van het verlies.
  • Dit is een lastige taak. Want kinderen vinden het moeilijk om verdriet te voelen. 
  • Ze zijn doorgaans liever blij en opgewekt. Maar buiten verdriet kunnen ook andere emoties worden ervaren, zoals angst, boosheid, schuldgevoelens of eenzaamheid. Deze emoties kunnen elkaar afwisselen, ook in de klas. 

Slide 22 - Diapositive

Fasen en taken bij rouw
Rouwtaak 3 het aanpassen aan een leven en een situatie, waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt.
Afhankelijk van de relatie met de overledene verandert er veel in het leven van een kind, als er een dierbare is gestorven. 
  • Een gebrek aan inkomen kan ervoor zorgen, dat een verhuizing noodzakelijk is.
  • Kinderen zullen hun verwachtingen, ideeën en opvattingen over de toekomst en het leven moeten aanpassen en bijstellen. 

Slide 23 - Diapositive

Fasen en taken bij rouw
Rouwtaak 4 de overledene emotioneel een plek geven en verder leven zonder de overledene. Het gaat er bij deze rouwtaak niet om, dat de band met de overledene doorgesneden moet worden! Dit is ook niet mogelijk, want zo lang het kind leeft, gaat het verdriet mee. Er kan wél gesteld worden, dat de relatie met de overledene blijft bestaan, maar dat de aard van de relatie verandert.
Rouwtaak 4 is afgerond, als het kind de overledene een geschikte plek heeft kunnen geven. 

Slide 24 - Diapositive

Pauze
Is er iemand die iets kwijt wil.
Afhankelijk van de tijd gaan we nu of volgende week verder. 

Slide 25 - Diapositive

Gedrag van het rouwende kind

Kinderen kunnen het verlies ontkennen, omdat acceptatie nog te emotioneel voor ze is.

Kinderen vallen terug in leeftijd, door bijvoorbeeld weer (tijdelijk) te gaan duimen, in bed te gaan plassen of op schoot te kruipen. We spreken dan van regressieverschijnselen.
Gedrag van het rouwende kind

Kinderen kunnen psychosomatische klachten gaan vertonen (zoals hoofdpijn en buikpijn).

Kinderen kunnen boos, opstandig en agressief gedrag gaan vertonen, in de klas of op het
schoolplein, bij een aanvaring met een klasgenoot.

Slide 26 - Diapositive

Gedrag van het rouwende kind

Kinderen kunnen angstig worden of in paniek raken bij de gedachte, dat een van hun ouders
ook plotseling kan komen te overlijden. 
 Het afscheid nemen van elkaar verloopt dan erg emotioneel en
moeizaam.
Gedrag van het rouwende kind

Kinderen kunnen zich verdrietig en eenzaam voelen. Niemand op school begrijpt ze, denken
deze kinderen dan

Kinderen kunnen concentratieproblemen gaan vertonen. 

Slide 27 - Diapositive

Hoe als leerkracht om te gaan met het rouwende kind in de klas?
Bied veiligheid, rust en structuur aan het kind. Probeer in dit verband zo weinig mogelijk veranderingen door te voeren in de klas, dus houd zo veel mogelijk hetzelfde voor het kind. 

Slide 28 - Diapositive

Hoe als leerkracht om te gaan met het rouwende kind in de klas?
Leg uit wat de dood is. 
Luister goed naar wat de leerling vertelt (oprecht)
Geef kinderen de mogelijkheid om te tekenen, te schrijven of te lezen over het onderwerp.
Toon begrip voor de concentratieproblemen van het kind.
Ga op huisbezoek. Het kind geniet van deze extra aandacht. Het is voor het kind een ervaring, waar het u erg dankbaar voor zal zijn.
Vertel over eigen ervaringen




Slide 29 - Diapositive

Tips voor begeleiding bij rouw en verlies
  • Geef het kind wat extra persoonlijke aandacht
  • Luister goed naar het kind maar dwing het niet over de dood of de scheiding te praten
  • Maak er geen grote zaak van wanneer de leerprestaties een tijdje wat minder zijn
  • Leer andere kinderen omgaan met verschillende thuissituaties, breng ze respect en begrip bij

Slide 30 - Diapositive

Vragen?
Wil iemand nog iets kwijt?
Wat vonden we ervan?

Slide 31 - Diapositive