1.3 Oorzaken armoede in Nigeria

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

1.3 Oorzaken armoede in Nigeria

Wat weet jij nog van de vorige les?

een paar vragen om dit te checken!

Ben voelt zich niet fit. Hij heeft al maanden geen werk, en kan daardoor maar moeizaam aan eten komen.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?

1. Kwalitatieve honger
2. Kwantitatieve honger

Lees de volgende stellingen over rijkdom en armoede in Nigeria.

Welke stelling is NIET juist?

1. Nigeria heeft een voedseltekort: er wordt minder voedsel geproduceerd dan er nodig is.
2. Om de voedselvoorziening te verbeteren, importeert Nigeria voedsel uit andere landen.
3. Ondervoeding is in Nigeria een gevolg van onvoldoende voedselzekerheid.
4. De meeste voedselgewassen die in Nigeria verbouwd worden, zijn bedoeld voor de export.

Aya is weer ziek. Volgens haar moeder eet ze te veel vlees en snoep en te weinig fruit en groente.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?

1. Kwalitatieve honger
2. Kwantitatieve honger

De artsendichtheid in Nigeria is

1. Hoog
2. Gemiddeld
3. Laag

Lees de volgende stellingen over ziekten in Nigeria.

Welke stelling is juist?

1. Malaria komt vooral voor in het zuiden van Nigeria.
2. Diarree komt vooral voor in de rijke regio’s van Nigeria.
3. De mazelen krijg je door het eten van bedorven voedsel of het drinken van vervuild water
4. Je krijgt sneller hiv/aids als je daartegen niet bent ingeënt.

Wat is geen oorzaak van de lage levensverwachting in Nigeria

1. AIDS
2. Malaria
3. Slechte sanitaire voorzieningen
4. Drinken veel alcohol

Wat is GEEN reden om Nigeria als een reus in Afrika te noemen?

1. Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen
2. Nigeria is een groot land.
3. In Nigeria bevindt zich de grootste filmindustrie van Afrika
4. Nigeria exporteert veel goederen en eindproducten naar andere landen

Lees de volgende stellingen over voedsel in Nigeria.

Welke stelling is niet juist?

1. De regio’s met het hoogste inkomen liggen in het midden van Nigeria.
2. In Nigeria verdienen weinig mensen veel en verdienen veel mensen weinig.
3. Het bnp van Nigeria is relatief laag als je het vergelijkt met dat van andere Afrikaanse landen.
4. Gemiddeld leeft zo’n 50% van de bevolking in Nigeria in armoede en 50% in rijkdom.

In welk deel van Nigeria is het meeste armoede en ondervoeding?

1. Noorden
2. Oosten
3. Zuiden
4. Westen

  Kennen 

• Oorzaak lage inkomens 
• beroepssectoren: verdeling over de drie sectoren
• Relatie armoede en de lage uitgaven van de overheid aan scholing en gezondheidszorg


• levensverwachting laag door...?
• welvaartsverschil noord - zuid

Waarom onvoldoende inkomsten?

Verdeling beroepssectoren Nigeria:

30% landbouw     (Nl = 2,2%)

10% industrie      (NL= 15,9%)

60% diensten       (NL= 81,9%)

Uitleg:

• 30% van de mensen werkt in de landbouwsector = veel!
• boeren verbouwen alleen voor zichzelf
• geen geld voor vernieuwingen

Dienstensector:

• deel = formeel: contract en vast salaris
• deel = infomele sector: geen diploma en geen contract of vast salaris

Corruptie....

2 soorten:

1= verduistering van geld

2= omkopen van mensen

Dit is natuurlijk niet goed voor de ontwikkeling van het land. Er verdwijnt miljarden aan geld door corruptie.... en het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter

Cirkel van armoede

De regering van Nigeria geeft te weinig geld uit aan onderwijs en gezondheidszorg. Hierdoor blijven mensen arm en hun kinderen ook = cirkel van armoede.

Lage levensverwachting?

• 55 jaar in Nigeria, Nl ongeveer 78 jaar
• ziekten
• weinig inentingen
• ondervoeding: er is niet genoeg en het wordt niet goed verdeeld..
• geen geld voor medicijnen 
• artsendichtheid is laag

Welvaartsverschil noord - zuid

• Noorden = droog = minder geschikt voor landbouw
• noorden heeft geen olie
• noorden ligt niet aan zee, nadelig voor handel
• noorden is niet veilig: terreurgroep Boko Haram

Kleine opdracht

Zoek in je computer op:

1. wat de terreurgroep Boko Haram is.

2. Krijgt Boko Haram steun van de bevolking?

Klaar?

H1 par. 1.3 blz 10 werkboek vraag 1,2,4,6,7,

Maken

H1 par. 1.3 blz 10 werkboek vraag 1,2,4,6,7,

Deze vragen nog niet af?

H1 par. 1.2 blz. 7 vraag 1,3,4,5,6

H1 par. 1.1 blz. 4 vraag 2,3,4,5,7 en 8

Huiswerkcontrole