Rampen in de Middeleeuwen

Rampen in de Middeleeuwen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Rampen in de Middeleeuwen

Slide 1 - Diapositive

Blok 3 Rampen in de Middeleeuwen wat waren de gevolgen?

Slide 2 - Diapositive

Welke twee tijdvakken vormen samen de Middeleeuwen?
A
De tijd van de Grieken en Romeinen en De tijd van de jagers en boeren
B
De tijd van de pruiken en revoluties en tijd van de steden en staten
C
De tijd van de monniken en ridders en de tijd van de ontdekkers en de hervormers
D
De tijd van de Monniken en ridders en de tijd van de steden en staten

Slide 3 - Quiz

Hongersnood
landbouw 900 n. chr.
Tijd van de monniken en ridders
  • Einde van het Romeinse Rijk: veel oorlog weinig handel
  • Boeren verbouwen wat ze zelf nodig hebben: geen specialistie, opbrengst is laag
  • Boeren moeten een deel van hun oogst afstaan aan hun heer
Gevolg er komen veel hongersnoden

Slide 4 - Diapositive

Waardoor ontstonden er hongersnoden in de Middeleeuwen
A
Er waren te weinig boeren
B
Er was veel droogte in de Middeleeuwen
C
boeren verbouwden alleen wat ze zelf nodig hadden
D
Boeren moesten een deel van hun oogst aan hun heer geven

Slide 5 - Quiz

Wat weten jullie over Vikingen?

Slide 6 - Carte mentale

De vikingen vallen aan
800- 918 na Chr.

Slide 7 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.

Slide 8 - Diapositive

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
900: Vikingen gaan met hun schepen vanuit Scandinavie op rooftocht.

Slide 9 - Diapositive

Hoe zag een viking eruit? Sleep het plaatje naar het juiste vak,
Verzonnen / niet waar 
Feit / waar

Slide 10 - Question de remorquage

Noormannen
  • Rond het jaar 900 vertrekken de Noormannen (of Vikingen) vanuit Scandinavie.
  • De Vikingen hebben erg goede schepen.
  • Ze gebruikten hun schepen om handel te drijven, maar ook om op rooftocht te gaan.
  • De vikingen ontdekken dat Europa zwak is en roven steeds meer spullen bij elkaar


De Vikingen geloofden dat ze in het Walhalla (de Vikinghemel) kwamen als zij dapper vochten. Sterven in de strijd was de hoogte mogelijke eer.
Valt het je ook op dat de Vikingen op de afbeelding helmen zonder hoorns dragen... Dat komt omdat de hoorns er later bij bedacht zijn, in het echt hadden ze dat helemaal niet!

Slide 11 - Diapositive

Viking aanvallen in Nederland

Slide 12 - Diapositive

De vikingen vallen aan in Nederland
De Vikingen vallen de stad : Dorrestad aan dit is een rijke handelsplaats ze doen dit zelfs twee keer. 

De naam dorre stad is nog terug te vinden in Nederland.

Bij Utrecht ligt het plaatsje Wijk Bij Duurstede
Of Wijk bij Dorrestad

Slide 13 - Diapositive

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wat is het vaderland van de Vikingen?
A
Scandinavië
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 16 - Quiz

Dorestad ligt in
A
Friesland
B
Overijssel
C
Utrecht
D
Limburg

Slide 17 - Quiz

Vanuit Denmarken, Noorwegen en Zweden (Scandinavie) reisden de Noormannen heel de wereld over om te handelen en te plunderen.
De Noormannen ontdekten veel nieuwe plekken en vaak gingen groepen op zulke ontdekte plekken wonen. Ze stichtten daar nieuwe nederzettingen. De Vikingen waren zelfs eerder in Amerika dan Columbus!

Slide 18 - Diapositive

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 19 - Quiz





Schepen
Om te reizen bouwden de Vikingen goede schepen, de bekendste is het langschip. Dit schip was snel en licht, en geschikt voor handel en oorlog. Ze konden met die schepen goed op de zee en goed op de rivieren varen, een groot voordeel!
Op de voorkant werd vaak uit hout een draken- of slangenkop gesneden om tegenstanders bang te maken en boze geesten te verjagen.

Slide 20 - Diapositive

Wat is het vaderland van de Vikingen?
A
Scandinavië
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 21 - Quiz

  • Vikingen kwamen niet alleen om te plunderen

  • Soms bleven ze in de nieuwe gebieden wonen om het land te bewerken

  • Vooral Noorse vikingen waren opzoek naar landbouwgronden, omdat het land in Noorwegen rotsachtig is en niet zo geschikt voor landbouw

Slide 22 - Diapositive

Toen de vikingen weg waren
  • veel kloosters verwoest. Veel kennis verloren
  • Handel neemt af door onveiligheid
  • Ridders bouwen kastelen om zich te beschermen tegen de vikingen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

De oudste zoon erfde het grootste stuk land, de anderen kinderen kregen ook een klein stukje land.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 26 - Quiz

De vikingen waren van oorsprong
A
boer
B
indianen
C
ridders
D
rendierjagers

Slide 27 - Quiz

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 28 - Quiz

Welke landen ontdekten de vikingen?
A
Walhalla-Ijsland-Amerika
B
Ijsland-groenland-Amerika
C
Walhalla-Ijsland-Groenland
D
Walhalla-Groenland-Amerika

Slide 29 - Quiz

Waar kwamen de Vikingen oorspronkelijk vandaan?
A
Scandinavie
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla

Slide 30 - Quiz

Wat weten jullie over de Pest

Slide 31 - Carte mentale

De verspreiding van de pest tussen 1347-1351
1347
midden 1348
begin 1349
eind 1349
1350
1351
kleine uitbraak van de pest

Slide 32 - Diapositive

Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika

Slide 33 - Quiz

De pest in Europa
  • In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
  • Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa 
  • De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351 
  • Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Kenmerken van de Pest
  • Zwarte bulten bij oksels en nek
  • Koorts
  • Bloed hoesten
  • Was je besmet? Dan was het risico dat je doodging 60 tot 80 procent!

Slide 36 - Diapositive

De pest
  • rattenvlooien


verspreiding:
  • afval op straat in steden
  • handel tussen steden





Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Ellende in Europa
Steden waren kleiner en armer

te weinig boeren om het land te 
bewerken

Voedsel werd duur

Boeren stelden eisen aan hun heer: ze willen geld voor hun werk

Mensen geven de Schuld aan joden. Joden worden weg gejaagd of zelfs vermoord

Slide 39 - Diapositive

Waardoor wordt de pest verspreidt?
A
Ratten
B
Vlooien
C
Katten
D
Honden

Slide 40 - Quiz

Hoe wordt de pest ook wel genoemd?
A
Pukkelkoorts
B
De zwarte koorts
C
De zwarte dood
D
Rattenpukkels

Slide 41 - Quiz

tussen welke jaartallen werd de pest verspreid?
A
1347-1350
B
1247-1250
C
1347-1349
D
1346-1349

Slide 42 - Quiz

Hoe werd de pest voornamelijk verspreid?
A
mensen
B
katten
C
ratten
D
eten

Slide 43 - Quiz

Welke groep krijgt de schuld van de pest?
A
Christenen
B
Moslims
C
Joden
D
Heidenen

Slide 44 - Quiz