Verdienen en uitgeven herhaling

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Herhalingsuitleg
  • Hoe ga jij je voorbereiden?
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Diapositive

Help, er is een nieuw virus in het land. Wat gebeurt er? Kies de juiste volgorde van 3.
Het consumenten vertrouwen daalt. 
De bestedingen stijgen.
De werkloosheid daalt.
De werkloosheid stijgt. 
De bestedingen dalen.
Het consumentenvertrouwen stijgt.

Slide 3 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6
Banken geven leningen aan mensen die de lasten van deze leningen niet kunnen dragen.
Door dalende bestedingen daalt de productie.
Het consumentenvertrouwen daalt.
Bezittingen van banken worden minder waard doordat mensen met schulden niet kunnen terugbetalen.
Banken worden voorzichtiger met uitlenen van geld.
Door dalende productie stijgt de werkloosheid.

Slide 4 - Question de remorquage

Hoogconjunctuur
Laagconjunctuur
dalende bestedingen
Hoge bezettingsgraad
Overbesteding
Hoge werkloosheid
Hoog consumentenvertrouwen

Slide 5 - Question de remorquage

Van bestedingen naar werkloosheid
Oorzaak daling/stijging bestedingen.
Daling/stijging in de bestedingen zorgt voor een daling/stijging in de productie van bedrijven. 
Hierdoor daalt/stijgt de werkgelegenheid (vraag naar arbeid). 
--> daling/stijging werkloosheid.

Slide 6 - Diapositive

Waardoor worden de kosten per product door beïnvloed?

Slide 7 - Carte mentale

Kosten per product 
Loonkosten & arbeidsproductiviteit
Materiaal kosten

Indexcijfer loonkosten per product =
indexcijfer loonkosten : indexcijfer arbeidsproductiviteit x 100%


Slide 8 - Diapositive

Als de loonkosten met 4% stijgen en de arbeidsproductiviteit met 6%. Met hoeveel procent veranderen dan de loonkosten per product?

Slide 9 - Question ouverte

Antwoord
104 : 106 x 100 = 98,1 --> Vergelijk met 100 --> 1,9% daling. 

Slide 10 - Diapositive

Als de loonkosten per product stijgen. Dan zijn is de arbeidsproductiviteit meer gestegen dan de loonkosten.
Juist
Onjuist

Slide 11 - Sondage

Als de loonkosten stijgen en de arbeidsproductiviteit blijft gelijk. Wat gebeurt er dan met de internationale concurrentiepositie?

Slide 12 - Question ouverte

Antwoord
De loonkosten stijgen en de arbeidsproductiviteit blijft gelijk. Dat betekent dat de loonkosten per product stijgen en het gemiddeld duurder wordt om een product te maken. Dit gaat of ten koste van de winst of de verkoopprijs moet stijgen, waardoor de concurrentiepositie verslechterd. Je wordt voor je klanten te duur ten opzichte van je concurrenten.

Slide 13 - Diapositive

Hoe ga jij je voorbereiden voor je schoolexamen?

Slide 14 - Question ouverte

Wat wil je graag in de laatste lessen doen ter voorbereiding op je SE?

Slide 15 - Question ouverte

Over welk onderwerp wil je deze les een opdracht maken?
A
Economische kringloop
B
Hoogconjunctuur/laagconjunctuur
C
Loonquote/arbeidsinkomensquote
D
Ik loop achter met de opdrachten uit het boek.

Slide 16 - Quiz

Lijstje
4.15 (7e uur bespreken)

Slide 17 - Diapositive