Thema 4 - week 1 - les 2 enkelvoud/meervoud

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolPraktijkonderwijsGroep 6Leerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

eerst een paar vragen.....
wat is meervoud?

Slide 2 - Diapositive

lesdoel
Ik weet hoe je het enkelvoud en het meervoud van een zelfstandig naamwoord maak.

Ik leer 5 verschillende regels.

Slide 3 - Diapositive

de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat moet je weten!
Let wel op de spelling van jager- en bakkerwoorden: 
boom - bomen
roos - rozen
bos - bossen
golf - golven

Slide 4 - Diapositive

Wat is het meervoud van plant?
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens

Slide 5 - Quiz

meervoud van hek?
A
heks
B
hekkes
C
hek's
D
hekken

Slide 6 - Quiz

wat is het meervoud van boek?
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt

Slide 7 - Quiz

wat is het meervoud van juf?
A
jufen
B
juffen
C
jufs
D
juft

Slide 8 - Quiz

wat is het meervoud van brief?
A
brieven
B
briefen
C
briefs
D
brievs

Slide 9 - Quiz

wat is het meervoud van roos?
A
roosen
B
roozen
C
rosen
D
rozen

Slide 10 - Quiz

de tweede regel....

Slide 11 - Diapositive

de regel (2):

Na  -je/ -el / -en / -er/ - ie

zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Slide 12 - Diapositive

Na -je/ -el / -en / -er/ - ie

zet je een S achter het woord om meervoud te maken
Voorbeelden:
computer - computers
tafel - tafels
plaatje - plaatjes
wagen - wagens

Slide 13 - Diapositive

meervoud van jongen?

Slide 14 - Question ouverte

meervoud van meisje?

Slide 15 - Question ouverte

meervoud van vinger?

Slide 16 - Question ouverte

meervoud van vakantie?

Slide 17 - Question ouverte

meervoud van tafel?

Slide 18 - Question ouverte

Derde regel
Luister goed! Deze woorden hebben allemaal een lange klank
aa/ ee/ uu/ oo/ ie/, maar je schrijft ze met één letter.

Om de lange klank te blijven horen, schrijf je in het meervoud een 's.

kilo’s

menu's

panda's

kiwi’s

guppy’s

Slide 19 - Diapositive

let op
Bij woorden waar je -ee en -ie leest schrijf je de -s eraan vast.


tralies

abonnees

dictees

toffees

tralies

guppy’s

Slide 20 - Diapositive

piano
De laatste klank is lang 
De laatste letter is a, i, o, y of u

Dan apostrof s --> 's
piano's

Slide 21 - Diapositive

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 22 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garage's
B
garages

Slide 23 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 24 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pasfoto's
B
pasfotoos

Slide 25 - Quiz

meervoud van taxi:
A
taxies
B
taxis
C
taxien
D
taxi's

Slide 26 - Quiz

meervoud van oma?
A
omas
B
omie
C
omaen
D
oma's

Slide 27 - Quiz

Regel 4: dit zijn weetwoorden

Slide 28 - Diapositive

meervoud van lam?
A
lammen
B
lammeren
C
lams
D
lam's

Slide 29 - Quiz

meervoud van ei?
A
eieren
B
eien
C
ei's
D
eis

Slide 30 - Quiz

meervoud van rund?
A
runden
B
runds
C
runderen
D
rund's

Slide 31 - Quiz

Regel 5: regelwoorden

Slide 32 - Diapositive

meervoud van
schoonheid?
A
schoonheiden
B
schoonheids
C
schoonheden
D
schoonheid's

Slide 33 - Quiz

meervoud van
waarheid?
A
waarheids
B
waarheid's
C
waarheiden
D
waarheden

Slide 34 - Quiz

meervoud van
moeilijkheid?
A
moeilijkheiden
B
moeilijkheden
C
moeilijkheids
D
moeilijkheideren

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Nu jullie: Mix en Ruil
Iedereen krijgt een kaartje met nummer en een zin.
In deze zin is een woord onderstreept
Zoek een klasgenootje op en lees elkaar het kaartje voor.
Je schrijft het onderstreepte woord op, maar dan in de andere -voud
Ruil van kaartje en zoek een ander klasgenootje op.

Slide 37 - Diapositive

meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op - 's
meervoud op -eren
meervoud op -heden
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyjama
oma
paraplu
hobby
auto
gang
lam
lied
volk
waarheid
schoonheid
snelheid

Slide 38 - Question de remorquage

lesdoel
Ik weet hoe je het enkelvoud en het meervoud van een zelfstandig naamwoord maak.

Ik leer 5 verschillende regels.

Slide 39 - Diapositive

SUCCES!
TAAL
 Thema 4, week 1 - Les 2

OPGAVE 2
OPGAVE 3
PLUSSEN



Plak het stappenplan in je taalschrift.

Slide 40 - Diapositive