26-08-2024 (personal pronouns)

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welcome 

in  Englishclass 

Planning  I Monday the 26th of August

- Classroom

- Personal pronouns.

Goal: after today you will be able to use pronouns in English. 

Classroom

grammar

To be

________?

Personal and possessive pronouns

________?

Numbers

_______?

_______?

This, that, these and those

________?

A vs An

________?

How many do you know?

1) ik

2) jij

3) hij

4) zij

5) jullie

 

6) wij

7) u

8) het

9) zij

How many do you know?

1) I

2) you

3) he

4) she

5) you

 

6) we

7) you

8) it

9) they

Let's make it.... more difficult ;)

1) mij (Dit is voor mij.)

2) jou (Dat is voor jou.)

3) Hem (Het is voor hem.) 

4) Haar (Dit is voor haar.)

5) Ons (Dat is voor ons.)

6) Jullie (Dit is voor jullie.) 

7) Hen (Dit is voor hen.) 

8) Het (Ik heb het gedaan!)

Let's make it.... more difficult ;)

1) mij (Dit is voor mij.)

2) jou (Dat is voor jou.)

3) Hem (Het is voor hem.) 

4) Haar (Dit is voor haar.)

5) Ons (Dat is voor ons.)

6) Jullie (Dit is voor jullie.) 

7) Hen (Dit is voor hen.) 

8) Het (Ik heb het gedaan!)

1. me 
2. you
3. him
4. her
5. us
6. you
7. them
8. it

Summary 

Summary 

1e rijtje ---> als die persoon iets doet. 

2e rijtje ---> als die persoon niet iets doet. 

(meewerkend  voorwerp) 

She's sent him an email. 

I think I'll have a chat with her. 

Homework

Exercises 6 until 9

Unit 1 lesson 1