Schritt B Film

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Heute: Schritt B. Film 

1. Quiz über Märchen

2. Film

Leerdoelen voor de volgende twee lessen

Ik kan het onderwerp bepalen van een ondertitelde film.

Ik kan een kaartje/ notitie/ afspraak/ schrijven door:

- eenvoudige zinnen en woorden te gebruiken.

- bekende woorden en zinnen goed te spellen.

- lay-out goed te maken.

-zinnen te verbinden met de woorden und, dann, als.

- de juiste beleefdheidsvorm gebruiken.

Ik kan eenvoudige woorden en zinnen schrijven.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan bekende woorden en zinnen goed gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de juiste beleefdheidsvorm gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Typisch begin van sprookjes

1. Es war einmal
2. Und wenn sie nicht gestorben sind dann leben sie noch heute.
3. Vor langer Zeit
4. Es lebten mal

De gebroeders Grimm....

1. haalden hun inspiratie uit de klassieke mythologie.
2. verzamelden volkssprookjes.
3. schreven zelf al hun sprookjes.

Op hoe veel matrassen moet de prinses op de erwt slapen om te bewijzen dat ze de erwt voelt liggen?

1. 10
2. 20
3. 25
4. 50

Waarom lieten de ouders van Hans en Grietje hun kinderen verdwalen in een bos?

1. Hans en Grietje hadden geen ouders
2. Ze waren niet verdwaald
3. Ze hadden weinig geld
4. Ze waren slecht ter been om zelf te gaan

Wat zou Repelsteeltje krijgen in ruil voor het spinnen van goud?

1. Hij zou het kasteel krijgen
2. Hij mocht met de molenaars dochter trouwen
3. Het eerst geboren kind
4. Hij werd koning

Hoe eindigt een sprookje?

1. Und wenn sie nicht gestorben sind dann leben sie noch heute.
2. Sie leben lange.
3. Heute leben sie noch.
4. Das ist das Ende.

Welk sprookje gaan we vandaag bespreken? (photo)

1. Der gestiefelte Kater
2. Der Froschkönig
3. Die 3 Musketiere
4. Die Bremer Stadtmusikanten

Und jetzt: Film gucken!

Seite 12, Aufgabe 2:

Tijdens het film: Zet het verhaal in de goede volgorde.