ballondebat - argumenteren Suzanne

Het ballondebat



Argumenteren 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het ballondebat



Argumenteren 

Slide 1 - Diapositive

Doel:

Leren argumenten bedenken.

Voorbereiding examens spreken en gesprekken voeren.

Slide 2 - Diapositive

Ik heb nodig:
Vijf vrijwilligers! (Niet allemaal tegelijk ;-)
De rest krijgt ook een taak, dus denk niet dat je kunt luieren!

Slide 3 - Diapositive

Voor de vijf: wie ben je?
Kies een personage:
een bekende Nederlander, beruchte Amerikaan, etc.
Het mag een acteur zijn, een uitvinder, een zanger, een fictief figuur, een minister of een misdadiger. 

Slide 4 - Diapositive

De situatie:
Deze vijf bekende personen maken gezamenlijk een ballonvlucht. 
Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! 
Om snel op te stijgen moeten twee mensen overboord worden gegooid...

Slide 5 - Diapositive

Ronde 1 - voorbereiding
Bedenk voor jouw personage zoveel mogelijk (goede!) argumenten waarom jij zeker niet overboord moet! 
Waarom moet jij de ballonvaart overleven!?

Je krijgt hiervoor precies 3 minuten

Schrijf ze op en bereid je voor.

Slide 6 - Diapositive

Bijvoorbeeld - Donald Trump
"Geweldig, fantastisch, te gek: dat ben ik: Donald Trump.
En verdrietig, verschrikkelijk, desastreus zou het zijn als ik er niet meer ben. Met deze twee handen heb ik hotels gebouwd die nooit meer zullen vergaan. Iedereen wil hier slapen en nooit meer weg, omdat het zó geweldig is. Ik ben daarnaast de allerbeste president geweest, die de wereld ooit heeft gehad, want ik heb Amerika weer groot gemaakt, iedereen aan werk geholpen  en nu worden landen als Rusland en China eindelijk aangepakt. 
Dus; de wereld kan onmogelijk zonder mij: stem wijs, stem The Donald!"

Slide 7 - Diapositive

Ronde 1 - uitvoering
5 vrijwilligers:
- speech van maximaal 1 minuut p.p.
- overtuig het publiek waarom jij moet blijven zitten!

Publiek: 
- maak aantekeningen van de argumenten
- verdeel de punten

Slide 8 - Diapositive

Puntenverdeling door publiek

Geef 3  punten aan de beste, de #1
Geef  2 punten aan de #2
Geef 1 punt aan de #3

Schrijf je punten met de namen op een briefje (ANONIEM)
Vouw het briefje dicht en leg het in het midden.


Slide 9 - Diapositive

Welke 2 moeten springen?
Punten worden geteld (docent).

Degenen (de twee) met de minste punten moeten uit de ballon!

Bij gelijk spel moeten degenen met de laagste punten nog een keer debatteren.

Slide 10 - Diapositive

Ronde 2 - vervolg
De ballon maakt snel hoogte en de ballonvaarders gaan verder met hun tocht. 
Maar het gaat wéér mis! 
De ballon dreigt tegen een ander hoog gebouw aan te vliegen. 

Deze keer kan slechts één iemand blijven...

Slide 11 - Diapositive

Ronde 2 - uitvoering
Elke ballonvaarder moet dit keer een laatste speech houden, van maximaal één minuut, over waarom de andere twee moeten gaan en hij/zij moet blijven zitten!

Wees overtuigend!



Slide 12 - Diapositive

Laatste puntenverdeling
Toeschouwers:
Geef 3 punten aan degene die jij het beste vond, de #1
Geef 2 punten aan de #2
Geef 1 punt aan de #1

Schrijf je punten met de namen op een briefje (ANONIEM)
Vouw het briefje dicht en leg het in het midden.

Slide 13 - Diapositive

En de winnaar is?
Punten worden geteld (docent).

Degenen met de minste punten moeten uit de ballon.

Wie blijft uiteindelijk over en is de winnaar?

Slide 14 - Diapositive

Terugkoppeling:
Waarom heeft deze persoon/dit personage gewonnen?
Welk argument haalde jou over de streep? En waarom?
Wat maakt een argument een goed argument?

Slide 15 - Diapositive

Conclusie:
Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. 
Als je wilt overtuigen, bedenk je dan altijd op wie jij je moet richten. Stem je boodschap af op degene die je wil overtuigen. Redeneer dus niet vanuit het eigenbelang (“Ik, Harry Styles, wil nog een album uitbrengen”), maar vanuit het belang van de luisteraar (“Ik wil jullie opvrolijken met een aantal nieuwe, leuke liedjes!”).

Slide 16 - Diapositive

En? 
Kun je nu (beter) argumenteren?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive