Salesles 1

Salesles 1
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolMBOStudiejaar 2,4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Salesles 1

Slide 1 - Diapositive

Zoek een foto van een liquiditeitsbegroting

Slide 2 - Question ouverte

Met exploitatie wordt bedoelt..
A
dat een bedrijf inzet op marketing
B
een bedrijf met winst draaiende houden
C
meer mensen in dienst nemen
D
mensenhandel

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen variabele en constante kosten in een bedrijf?

Slide 4 - Question ouverte

Noem voorbeelden van vaste/constante kosten in een bedrijf

Slide 5 - Carte mentale

Noem voorbeelden van variabele kosten in een bedrijf

Slide 6 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen directe en indirecte kosten binnen een bedrijf?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de integrale kostprijs?
A
Totale kosten voor product of dienst
B
Totale kosten excl BTW
C
Totale kosten, excl personeelskosten
D
De kosten van de grondstoffen van een product

Slide 8 - Quiz

Wat is break-even omzet en break-even afzet?

Slide 9 - Question ouverte

Deel 2

Slide 10 - Diapositive

Wat bedoelen we met een target?
A
Een schietinstrument
B
Doelstelling voor een bedrijf op korte termijn
C
Persoonlijk SMART doel
D
Een mikpunt

Slide 11 - Quiz

Wat is de conversieverhouding als er 8 klanten zijn en je 4 klanten je product weet te verkopen?
A
8:4
B
4 procent
C
6:5
D
50 procent

Slide 12 - Quiz

Wat is een recall- ratio?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de succes-rate als iemand 30 van de 1000 klanten weet te overtuigen?
A
5 procent
B
30 procent
C
100 procent
D
3 procent

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Carte mentale

Leg de volgende begrippen uit: Betalingskorting, Seizoenskorting
Kwantumkorting, Relatiekorting, Actiekorting
Omzet- of afzetbonus

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent het als een bedrijf break-even draait?

Slide 17 - Question ouverte

Kijk even in je begrippenlijst; welk onderdeel vindt je nog moeilijk? Benoem er minimaal 1

Slide 18 - Question ouverte