H3_SK_H1_Week43_Les2

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met oplosbaarheid
- Je kunt uitleggen wat in de scheikunde met concentratie bedoeld wordt
- Je kunt het verschil aangeven tussen een verzadigde en een onverzadigde oplossing

Slide 3 - Diapositive

Concentratie



De hoeveelheid opgeloste stof geef je in gram (g)
Het volume van het oplosmiddel geef je in Liter (L)
concentratie=volumevanoplosmiddelhoeveelheidopgelostestof

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Wat is de concentratie als 5 gram keukenzout wordt opgelost in 0,125L?




De hoeveelheid opgeloste stof geef je in gram (g)
Het volume van het oplosmiddel geef je in Liter (L)
concentratie=volumevanoplosmiddelhoeveelheidopgelostestof

Slide 5 - Diapositive

Oplosbaarheid en verzadiging
Je kan niet oneindig veel van een stof oplossen in een oplosmiddel.
EN
Je kan ook niet elke stof oplossen in een oplosmiddel.

De oplosbaarheid van een stof wordt gegeven in gram stof dat oplost per liter (g/L) 

Slide 6 - Diapositive

Lost zand op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Lost suiker op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Lost krijt op in water?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Verzadigd of onverzadigd
Verzadigde oplossing
In een verzadigde oplossing is zoveel van een stof opgelost, dan je geen extra stof erbij kan oplossen.

Onverzadigde oplossing
In een onverzadigde oplossing kan je nog stof oplossen.

Slide 10 - Diapositive

Gebruik tabel 1.3, blz 24.
Ik wil 220 gram soda oplossen in 1 liter water. Lost alles op?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Gebruik tabel 1.3, blz 24.
Ik wil 2500 gram suiker oplossen in 2 liter water. Lost alles op?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Maken opdrachten
Opdracht 45, 46, 53, 55 en 57

Slide 13 - Diapositive

Bespreken opdrachten
Opdracht 45, 46, 53, 55 en 57

Slide 14 - Diapositive

Afsluiting - Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met oplosbaarheid
- Je kunt uitleggen wat in de scheikunde met concentratie bedoeld wordt
- Je kunt het verschil aangeven tussen een verzadigde en een onverzadigde oplossing

Slide 15 - Diapositive