3.3 Politiek en samenleving

Burgers en stoommachines
Politiek en samenleving
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Burgers en stoommachines
Politiek en samenleving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Bespreken/ nakijken par. 3.2

Herhalingsquizje

Uitleg bij 3.3

Huiswerk volgende les

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij nog?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."
A
Kapitalisme
B
Handnijverheid
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was 1 van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
De ploeg
B
De stoommachine
C
De dienstensector
D
De computer

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kapitalistische samenleving?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze paragraaf leer je:
  • hoe de leef- en werkomstandigheden van arbeiders verbeterden
  • hoe socialisten streefden naar gelijkheid
  • wat veranderde in het onderwijs
  • hoe de positie van vrouwen verbeterde

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen
de politiek-maatschappelijke stromingen (denkrichtingen)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van de industrialistatie


  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer op tegen snelle productie van de fabrieken.
  • Arbeiders trekken naar de stad --> urbanisatie (meer en grotere steden)
  • Steden groeien erg snel
  • Arbeiders wonen in kleine, bedompte woning bij de fabriek
  • Verschil met de buitenhuizen van de rijke fabriekseigenaren is groot







Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het werk van de arbeiders
  • lange werkdagen
  • zes à zeven dagen per week, geen vakantie
  • weinig inkomen (daardoor slechte voeding)
  • onveilig machines/ ongezond werk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Armenzorg
  • geen zekerheid van hun baan (zakelijke relatie werkgevers - werknemers)
  • geen sociale zekerheid bij ziekte, ouderdom of invaliditeit
  • Kerkelijke armenzorg
  • Kinderarbeid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Sociale Kwestie
  • Een kwestie is een probleem

  • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.


‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen aan de Sociale Kwestie? 

  • Alleen ‘rijke mannen’ mogen stemmen.
  • Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht.
  • Arbeiders ging samenwerken in vakbonden.
  • Kinderwetje van Van Houten (1874)
  • Leerplichtwet (1901)
  • Andere sociale wetten (ongevallenwet, 8-urige werkdag enz.)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke stromingen
  1. Liberalisme
  2. Socialisme
  3. Communisme
  4. Confessionalisme 
  5. Feminisme

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socialisme
  • Het socialisme wilde betere arbeidsomstandigheden voor fabrieksarbeiders, die uitgebuit werden door de bezittende klasse

  • Karl Marx bedacht het socialisme, hij wilde dat de maatschappij geen klassen en standen meer had

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Liberalisme
  • Persoonlijke vrijheid

  • Passieve rol van de overheid: zo min mogelijk bemoeien met de mensen

  • Weinig regels voor de economie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communisme
  • Radicale tak van socialisme
  • Alles is eigendom van de staat.
  • Arbeiders zijn de baas -> ze willen revolutie!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
  1. Katholicisme
  2. Protestantisme

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderingen in het onderwijs
In de grondwet van 1848 was vrijheid van onderwijs vastgelegd. Daardoor konden gelovigen eigen scholen stichten. We noemen 
zulke scholen: bijzondere scholen

Om goed samen te werken richtte de protestantse leider Abraham Kuyper in 1879 de eerste politieke partij op. 

Vanaf 1917 betaalde de overheid ook het bijzonder onderwijs. 

Slide 19 - Diapositive

In de vorige paragraaf zagen we dat socialisten in 1917 algemeen mannenkiesrecht kregen.
Hiervoor hadden de confessionelen met de socialisten meegestemd.
In ruil daarvoor hadden de socialisten meegestemd voor de gelijke financiering van het openbaar en bijzonder onderwijs.
We noemen dit wel de Pacificatie (= vrede). Ze doen beiden een beetje water bij de wijn.



Feminisme






Vrouwen hadden in de 19e eeuw minder rechten dan mannen. 
Een aantal vrouwen gaan zich verzetten tegen deze discriminatie.
Ze die eisten (gelijke) rechten (emancipatie)van de vrouw.
Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk voor de volgende les
lz + m t/m par. 3.3
Je maakt de opdrachten via Cum Laude

14 april inleveren taakopdracht 3 (Industriële Revolutie, Teams)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions