computerarchitectuur: Ben jij een techneut?

Ben jij een techneut?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Ben jij een techneut?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je alle belangrijke onderdelen van een computer benoemen en hun functies uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over de onderdelen van een computer?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een computer?
Een computer is een elektronisch apparaat dat bestaat uit hardware en software.

Slide 4 - Diapositive

Laat aan de hand van afbeeldingen zien wat een computer is.
Hardware
Hardware is de fysieke onderdelen van de computer, zoals de monitor, toetsenbord en muis.

Slide 5 - Diapositive

Laat afbeeldingen zien van de verschillende hardware-onderdelen van de computer. Vraag de leerlingen om de onderdelen te benoemen.
Software
Software is het programma dat op de computer wordt uitgevoerd zoals Windows of MacOS .

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat software is en hoe het werkt. Laat ook verschillende softwareprogramma's zien.
CPU
De CPU (Central Processing Unit) is het brein van de computer en voert alle instructies uit.

Slide 7 - Diapositive

Laat aan de hand van afbeeldingen zien waar de CPU zich bevindt en wat zijn functie is.
RAM
RAM (Random Access Memory) is het geheugen van de computer en slaat tijdelijk gegevens op.

Slide 8 - Diapositive

Laat zien waar RAM zich bevindt en waarvoor het wordt gebruikt.
Harde schijf
Een harde schijf is de permanente opslagruimte van de computer en slaat bestanden op.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit hoe de harde schijf werkt en wat de belangrijkste kenmerken zijn.
Grafische kaart
De grafische kaart zorgt ervoor dat de computer beelden op de monitor kan weergeven.

Slide 10 - Diapositive

Laat aan de hand van afbeeldingen zien waar de grafische kaart zich bevindt en wat zijn functie is.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Software
Software is het programma dat op de computer wordt uitgevoerd.

zoals Windows, MacOS of Linux (operating systems)
Of Word, Excel, Powerpoint (kantoorsoftware)
Of Chrome, FireFox, Edge (browsers)
Of MineCraft, Call of Duty, Mario Cart (games)

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat software is en hoe het werkt. Laat ook verschillende softwareprogramma's zien.