Lowan Thema 7 dag 2


A
het voetbalveld
B
de gymzaal
C
de sportzaal
D
het vootbalveld
1 / 41
suivant
Slide 1: Quiz
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon


A
het voetbalveld
B
de gymzaal
C
de sportzaal
D
het vootbalveld

Slide 1 - Quiz


A
het zwembad
B
de zwembaad
C
het zweembad
D
de zwembad

Slide 2 - Quiz


A
het perk
B
de paark
C
de park
D
het park

Slide 3 - Quiz


A
de ziekenwagen
B
De bushalte
C
het tankstation
D
het ziekenhuis

Slide 4 - Quiz


A
het park
B
het station
C
de bakkerij
D
de bushalte

Slide 5 - Quiz


A
het park
B
de disco
C
de bushalte
D
het station

Slide 6 - Quiz


A
de politie
B
de bioscoop
C
de kerk
D
het station

Slide 7 - Quiz


A
de leerling
B
de meester
C
de buren
D
de politieagent

Slide 8 - Quiz


A
de bushalte
B
het tankstation
C
het station
D
het hotel

Slide 9 - Quiz


A
de vrachwagen
B
de brandweerwagen
C
de ziekenwagen
D
de winkelwagen

Slide 10 - Quiz


A
de moskee
B
de sportzaal
C
de kerk
D
de politie

Slide 11 - Quiz


A
de brand
B
de brandweer
C
de brandweerwagen
D
het ziekenhuis

Slide 12 - Quiz


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte


Slide 18 - Question ouverte


Slide 19 - Question ouverte


Slide 20 - Question ouverte


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte


Slide 25 - Question ouverte


Slide 26 - Question ouverte


Slide 27 - Question ouverte


Slide 28 - Question ouverte


Slide 29 - Question ouverte

Jij (pinnen)
A
pint
B
pin
C
pinnen
D
pinen

Slide 30 - Quiz

Wij (pinnen)
A
pint
B
pin
C
pinnen
D
pinen

Slide 31 - Quiz

Hij (bidden)
A
bid
B
bidden
C
bidt
D
biden

Slide 32 - Quiz

Jullie (bidden)
A
bid
B
bidden
C
bidt
D
biden

Slide 33 - Quiz

zij (dansen) (2 personen)
A
dansen
B
danse
C
dans
D
danst

Slide 34 - Quiz

zij (dansen) (1 persoon)
A
dansen
B
danse
C
dans
D
danst

Slide 35 - Quiz

Jij (wachten)
A
wachten
B
wachtt
C
wacht
D
wachte

Slide 36 - Quiz

Jullie (wachten)
A
wachten
B
wachtt
C
wacht
D
wachte

Slide 37 - Quiz

ik (opbellen)
A
bellen op
B
bel op
C
belt op
D
belen op

Slide 38 - Quiz

Wij (opbellen)
A
bellen op
B
bel op
C
belt op
D
belen op

Slide 39 - Quiz

Zij (boodschappen doen)
4 personen
A
doen boodschappen
B
doe boodschappen
C
doent boodschappen
D
doet boodschappen

Slide 40 - Quiz

hij (boodschappen doen)
A
doen boodschappen
B
doe boodschappen
C
doent boodschappen
D
doet boodschappen

Slide 41 - Quiz