H2: De Romeinen

H2: De Romeinen

Tijdvak: Grieken en Romeinen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2: De Romeinen

Tijdvak: Grieken en Romeinen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- 2.4 afmaken
- Samen nakijken 
- Quizzz (als we nog tijd hebben)

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 2: De Romeinen
Paragrafen:

- 2.1. Van stad tot wereldrijk 
- 2.2. Samenleving en cultuur
- 2.3. De opkomst van het Christendom
- 2.4. Romeinen en Germanen (Nederland)




Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen H2
- 'Begrippenestafette'


Slide 4 - Diapositive

'Begrippenestafette'
- Boek voor je nemen...
- Omschrijving begrip, jaartal of persoon op het bord.
- Zo snel mogelijk antwoord opzoeken in H2.
- Wie heeft als eerste het goede antwoord?

Slide 5 - Diapositive

Welk jaartal:
tijdvak 2, die van de Grieken en Romeinen, begint...

Slide 6 - Question ouverte

Welk begrip?
Als iets gebeurt door iets anders

Slide 7 - Question ouverte

Welk jaartal?
In welk jaar eindigde het West-Romeinse rijk?

Slide 8 - Question ouverte

Welk jaartal?
Julius Ceasar verovert Gallië

Slide 9 - Question ouverte

Persoon:
Wie trok rond 30 n. Chr. door Judea?

Slide 10 - Question ouverte

Welk begrip?
Verplaatsing van een volk

Slide 11 - Question ouverte

Welk begrip?
Staat zonder vorst

Slide 12 - Question ouverte

Welk begrip?
Jezus vertelde over het (Joodse) geloof, hij was een....

Slide 13 - Question ouverte

Invulvraag: (twee woorden)
Onder de bevolking van Rome waren grote sociale verschillen. Dit noemen we ook wel het verschil tussen ... en ....

Slide 14 - Question ouverte

Invulopdracht:
Toen de Romeinen aankwamen in Nederland gebruikten ze de rivier ... als noordelijke grens van hun rijk. Deze moest hun beschermen tegen de 'strijdvaardige' Germanen.

Slide 15 - Question ouverte

Welk begrip?
Keizer Constantijn stopte met het vervolgen van de Christenen, daarnaast liet hij ze openlijk hun godsdienst uitoefenen, hij gaf de Christenen ...

Slide 16 - Question ouverte

Welk jaartal?
In welk jaar werd Rome een keizerrijk?

Slide 17 - Question ouverte

Welk begrip?
Een rijk dat bestaat uit meerdere werelddelen heet een...

Slide 18 - Question ouverte

Welk begrip?
De Romeinen zagen Jezus als een onruststoker. Ze pakten hem op en kruisigden hem. Veel mensen zagen Jezus als de 'verlosser'.
Op deze manier ontstond het nieuwe geloof, het ...

Slide 19 - Question ouverte

Invulopdracht:
Door... tegen Romeinen raakten veel joden verspreid over het Romeinse rijk

Slide 20 - Question ouverte

Bonusvraag:
De Romeinen geloofden in meerdere (staats)goden. Volgens het geloof van de joden, het ... was er maar één God.

Slide 21 - Question ouverte

Welk begrip?
Een gebied met een regering heet een ...

Slide 22 - Question ouverte

Welk begrip?
De Romeinen waren 'fan' van de Griekse bouwwerken. Hoe noemen we de combinatie tussen de cultuur van de Grieken en de Romeinen?

Slide 23 - Question ouverte

Welk begrip?
De Romeinse regering stelde veel wetten, oftewel regels in om hun rijk stabiel en rustig te houden.
Wat is ook wel een ander woord voor 'regering'?

Slide 24 - Question ouverte

1 op de 10 inwoners van Rome was een ..., deze werden vaak meegenomen als ... uit veroverde gebieden.

Slide 25 - Question ouverte

Welk begrip?
Binnen het Romeinse rijk woonden veel verschillende volkeren. Een samenleving met meerdere culturen bij elkaar heet ook wel een ...

Slide 26 - Question ouverte

Welk begrip?
Heilige gebouwen waar mensen bij elkaar komen binnen het Christendom noemen we kerken, bij het Jodendom zijn dit...

Slide 27 - Question ouverte

Let op! Jaartal en begrip:
De stad Rome ontstond in .... en werd een ...

Slide 28 - Question ouverte

Welk begrip?
Omstreeks 30 n.Chr. trok Jezus van Nazareth door het land Judea. Verhalen over hem zijn verzameld in de ....

Slide 29 - Question ouverte

Welk begrip?
Hij is de leider van de Rooms-katholieke kerk

Slide 30 - Question ouverte

EINDE
Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Diapositive