Kennisquiz: Bloed, Afweer en Gaswisseling

Kennisquiz:

10 vragen over
Huid en Gaswisseling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kennisquiz:

10 vragen over
Huid en Gaswisseling

Slide 1 - Diapositive

De afbeelding gaat over de mens. Je ziet hoe stoffen worden uitgewisseld tussen uitwendig milieu, inwendig milieu en de opslag in organen.

4 processen in het menselijk lichaam zijn.





Sleep de processen naar het juiste nummer in de afbeelding
reserves aanvullen
reserves opnemen
uitscheiden
voedsel opnemen

Slide 2 - Question de remorquage

Uitscheiden is één van de levenskenmerken, wat hoort NIET bij uitscheiden?
A
Poepen
B
Plassen
C
Uitademen
D
Zweten

Slide 3 - Quiz

Porie
Haar
Hoornlaag
Kiemlaag
Talgklier
Haarspier
Haarzakje
Bloedvaatje
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids-bindweefsel
Zweetklier
Vet

Slide 4 - Question de remorquage

Welke vijf zintuigen liggen in de huid?

Slide 5 - Question ouverte

Welke laag bevat pigment?

Waar beschermt pigment tegen?
A
Hoornlaag Bescherming tegen ziektes
B
Kiemlaag Bescherming tegen ziektes
C
Hoornlaag Bescherming tegen UV
D
Kiemlaag Bescherming tegen UV

Slide 6 - Quiz

Een docent vraagt leerlingen een eigenschap van de luchtpijp te noemen.
Romee antwoordt: ‘De luchtpijp vertakt zich in bronchiën.’
Sam antwoordt: ‘De luchtpijp ligt tussen de wervelkolom en de slokdarm.’
Zlatan antwoordt: ‘De luchtpijp kan afgesloten worden door de huig.’

Welke leerling(en) heeft/hebben het goed?

A
Alleen Romee
B
Alleen Sam
C
Alleen Zlatan
D
Alleen Romee en Sam

Slide 7 - Quiz

In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed

Slide 8 - Quiz

Gaswisseling is het wisselen van koolstofdioxide en zuurstof.
Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 9 - Quiz

Bij welke aandoening zijn spiertjes samengetrokken in de luchtwegen tijdens een aanval?
A
Astma
B
COPD
C
Hooikoorts
D
Allergie

Slide 10 - Quiz

Haaien halen adem met kieuwen. Water stroomt de bek in en langs de kieuwen er weer uit (zie de afbeelding). De letters P en Q geven twee plaatsen aan waar het
water langs stroomt.
--> Op welke plaats bevat het water meer koolstofdioxide, bij P of bij Q? Leg je antwoord uit.


Slide 11 - Question ouverte