Les 25 - vragend voornaamwoord

Caesar les 25: Het vragend voornaamwoord
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Caesar les 25: Het vragend voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

Er zijn twee verschillende soorten vragende voornaamwoorden: 

 
Zelfstandig                          Bijvoeglijk
Congrueert niet                   Congrueert wel
Quis?       Wie?                       Qui/Quae/Quod?        Welke?
Quid?       Wat?                                     

Let op cuius = gen. ev., cui = dat. ev.
De uitgang -ius voor gen. ev. en -i voor dat. ev. komt vaker voor (denk aan eius = gen. ev. van is (van hem) en ei = dat. ev. van is (aan/voor hem)

Slide 2 - Diapositive

1. Vragend voornaamwoord, zelfstandig
Quis en quid zijn zelfstandig gebruikt. Dat betekent dat ze naamvallen hebben en dus het onderwerp/lijdend voorwerp/etc. van de zinnen kunnen zijn. 

Je vertaalt ze met wie? / wat? / aan wie? / waaraan? / etc.

Slide 3 - Diapositive

Vertaal in het Nederlands:
Quis dominus est?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal in het Nederlands:
Quid scire cupis?

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal: Cui librum dedisti?

Slide 6 - Question ouverte

2. Vragend voornaamwoord, bijvoeglijk
Er bestaan ook bijvoeglijk gebruikte vragende voornaamwoorden. Die worden zo genoemd omdat ze net als een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord staan en met het zelfstandig naamwoord congrueren in naamval, getal en geslacht. 
Het bijvoeglijk vragend voornaamwoord vertaal je met welk of welke. In het Latijn: qui (m), quae (v), quod (o).

Slide 7 - Diapositive

Samenvatting: 
Vragend voornaamwoord in het Latijn: 
1. Zelfstandig: quis (wie) en quid (wat)
2. Bijvoeglijk: qui, quae, quod (welk/welke)

Slide 8 - Diapositive

Het vervelende is, dat de zelfstandige en de bijvoeglijke vormen nogal op elkaar lijken, kijk maar: 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

nom ev
gen ev
dat ev
acc ev
abl ev
nom mv
gen mv
dat mv
acc mv
abl mv
cui
quam
quem
quibus
quarum
quis
quae
quod
cuius
qui
qua
quos

Slide 11 - Question de remorquage

Zelfstandig of bijvoeglijk?
Cui viro librum dedisti?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig of bijvoeglijk?
Quem vir vidit?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig of bijvoeglijk:
Quorum virorum filios necas?
A
zelfstandig
B
bijvoeglijk

Slide 14 - Quiz

Vertaal: Quo gladio hostem necas?

Slide 15 - Question ouverte

Weektaak
  • Leer de woorden t/m 50 (frequentiewoordenlijst)
  • Leer de rijtjes van het vragend voornaamwoord
  • Vertaal tekst 25

Slide 16 - Diapositive