Kapitel 2 Woche 42 Grammatik, Sprechen

Kapitel 2: Wir
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 2: Wir

Slide 1 - Diapositive

Lernziele:
  • je kunt de werkwoorden haben en sein in de ott gebruiken
  • je kunt de sisklanken goed uitspreken

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo


Haben  
             oder 
Sein 
Tekst?????

Slide 4 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk persoonlijke voornaamwoorden in het Duits

Slide 5 - Question ouverte

Ik
jij 
hij
zij
het
wij
jullie
zij 
U
ihr 
er
Sie 
wir 
sie (enkelvoud)
du
sie (meervoud)
es
ich 

Slide 6 - Question de remorquage

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 7 - Question de remorquage

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 8 - Question de remorquage

Grammatik: haben & sein  - vervoegen 

Slide 9 - Diapositive

du .................... (haben)
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 10 - Quiz

ihr .................... (sein)
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 11 - Quiz

Agnes und Martin .............
A
seid
B
sind
C
bist
D
ist

Slide 12 - Quiz

Das Kind ............
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 13 - Quiz

Warum ............. Sie hier?
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 14 - Quiz

es .................... (haben)
A
habt
B
hast
C
haben
D
hat

Slide 15 - Quiz

du .................... (sein)
A
bist
B
bin
C
ist

Slide 16 - Quiz

ihr .................... (haben)
A
haben
B
habt
C
habe

Slide 17 - Quiz

ich .................... (haben)
A
haben
B
habt
C
habe
D
hat

Slide 18 - Quiz

Ich ........... 14 Jahre alt
A
habe
B
bin

Slide 19 - Quiz

wij ................. einen Hund
A
sind
B
haben

Slide 20 - Quiz

Mein Freund ............. ein Haus
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 21 - Question ouverte

Was ............ deine Handynummer ?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 22 - Question ouverte

Warum .......... du jetzt in Hamburg?
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 23 - Question ouverte

Meine Mutter ............ 40 Jahre alt.
(haben of sein ? Niet vergeten te vervoegen)

Slide 24 - Question ouverte

Opa und Oma .................... ein neues Auto.

Slide 25 - Question ouverte

Das Mittagessen ............. nicht lecker.

Slide 26 - Question ouverte

Ihr ............... zu Hause keine (geen) Wurst.

Slide 27 - Question ouverte

Frau Meier, ..................... Sie ein bisschen Zeit (tijd)?

Slide 28 - Question ouverte

Zusammen:
  • Übung 22, 23, 29
  • Übung 31, 32

Slide 29 - Diapositive

Hausaufgaben

Slide 30 - Diapositive

Aufgabe 19, 20, 21, 24, 25, 28, 29
Taalportfolio 1
Wörter Seite 60, Slim Stampen E
Aufg 19: spreekt voor zich
Aufg 20, 21: zet het werkwoord in de juiste vorm. Gebruik daarbij het overzicht op Seite 61
Aufg 24, 25: Overzicht Seite 61 gebruiken
Aufg 28: werkwoord in de goede vorm zetten, Seite 60
Aufg 29:let op haben en sein worden door elkaar gebruikt. Kijk welk woord in de zin past en dan vertalen en de goede vorm opschrijven. Seite 60!

Slide 31 - Diapositive