Sociale rollen en groepsdruk

Sociale rollen
  • ongeschreven regels : Hoe je je hoort te gedragen in een groep.  
  • Dit noemen we ook wel sociale normen.

Voorbeelden: 
In een bibliotheek ben je stil
Hoesten met je hand voor je mond
Opstaan voor een oudere of zwanger persoon
Handen wassen na het toillet
Niet voorsluiten in een rij





1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Sociale rollen
  • ongeschreven regels : Hoe je je hoort te gedragen in een groep.  
  • Dit noemen we ook wel sociale normen.

Voorbeelden: 
In een bibliotheek ben je stil
Hoesten met je hand voor je mond
Opstaan voor een oudere of zwanger persoon
Handen wassen na het toillet
Niet voorsluiten in een rij





Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groepsdruk
Graag horen bij een groep
Groepsdruk: Positief en negatief

positief: Iets goed/leuks doen
Negatief: Iets doen waar je het helemaal niet mee eens bent of waar je niet achter staat (stelen, pesten, vernielen, roken, drinken of drugs gebruiken).

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Even denken
  • Zijn er groepen waar jij bij hoort?
  • Heb je wel eens last van groepsdruk?
  • Heb je wel eens iets gedaan wat je anders niet zou hebben gedaan "onder invloed van" groepsdruk?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke groep(en)
hoor je?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je wel eens last gehad van groepsdruk?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je dit voorbeeld (anoniem) met ons delen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jezelf zijn met anderen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:
  • Heb je geleerd wat sociale identiteit is.
  • Heb je ontdekt dat je in verschillende groepen verschillende rollen hebt en je op verschillende manieren gedraagt.
  • Heb je geleerd wat groepsgedrag is.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is iedereen uniek?

Slide 11 - Diapositive

Twee fotografen hebben in de afgelopen jaren foto’s verzameld van verschillende ‘type’ mensen; ze lijken qua kledingstijl
heel veel op elkaar. Deze mensen kennen elkaar niet en hebben allemaal hun eigen individuele keuzes gemaakt voor een bepaalde ‘look’. Hoe bijzonder hun stijl ook is, toch kun je groepjes vormen van de mensen die bijna exact hetzelfde lijken. [http://www.exactitudes.nl]

Bespreek met de klas:
• Wat valt je op?
• Denk je dat deze mensen met elkaar afgesproken hebben om er ongeveer hetzelfde uit te zien?
• Waarom kiezen mensen ervoor om er zo ‘hetzelfde’ uit te zien?
• Ken je meer van dit soort stijlen die veel mensen dragen?
• Wat zegt dit uiterlijk over mensen?
• Op welke punten denk je dat ze overeenkomsten hebben? En waarin zouden ze toch kunnen verschillen?

Leg uit: mensen zijn heel erg sociaal. We kijken over het algemeen goed naar de mensen in onze omgeving: wat doen ze, hoe zien ze eruit? We maken – denken we – heel eigen, individuele keuzes.
Maar onbewust valt dat misschien best tegen.
In de vorige les ging het over je persoonlijke identiteit. Daarnaast heb je ook nog een sociale identiteit. Daar zal het in deze les over gaan. 
Sociale identiteit
UGaat om de relaties die jou ook maken tot wie je bent en je gedrag in groepen waar je bijhoort.

Slide 12 - Diapositive

Neem het begrip je sociale identiteit door met de definitie. Sociale identiteit gaat om de relaties die
jou ook maken tot wie je bent, en je gedrag in de groepen waar je bij hoort, bijvoorbeeld in de
groep ‘familie’ of in de groep ‘klasgenoten’
Toelichting afbeelding: je sociale identiteit heeft te maken met de mate waarin je je betrokken voelt
tot een bepaalde groep. Dit kan op basis van gedeelde hobby’s, interesses, normen en waarden zijn,
maar ook door iets ‘simpels’ als het dragen van dezelfde kleding, zoals op de afbeelding te zien is. 
Verschillende identiteiten
Boef
Rutte

Slide 13 - Diapositive

Toelichting op de linker afbeelding zie je rapper Boef, hij behoort tot een van de populairste rappers van Nederland. Op de rechter afbeelding zie je Mark Rutte, minister-president van Nederland.

Bespreek in de klas:
• Tot welke groep(en) denk je dat Boef hoort? En tot welke groep(en) Mark Rutte?
• Denk je dat zij ook tot dezelfde sociale groepen behoren?
• Als je tot dezelfde sociale groep als Boef behoort, hoe denk je dan dat je naar Mark Rutte zou kijken? En andersom?

Licht toe: doordat je het gevoel hebt dat je bij een bepaalde groep hoort, beoordeel je jouw eigen groep vaak ook positiever, andere groepen zie je vaak in een negatief daglicht. 
Keuze of vanzelf

Slide 14 - Diapositive

Bekijk met de studenten wat voor soort groep het is en bedenk of het een groep is waar je voor kiest of vanzelf in terechtkomt. (NB er zijn vaak geen goede antwoorden, behalve bij familie, dat is de enige groep waar je vanzelf in terechtkomt.
Bezoekers van hetzelfde concert staan toevallig/vanzelf bij elkaar, maar je kiest natuurlijk zelf naar
welk concert je gaat.) 

A
Helemaal mee eens
B
Niet mee eens

Slide 15 - Quiz

Bespreek de stelling met elkaar.
• Vind je dat je je altijd hetzelfde gedraagt? Of merk je/weet je dat je je anders gedraagt bij je familie dan bijvoorbeeld bij je vrienden?
• Wanneer ben je jezelf? Hoort daar voor jou gevoel een bepaald soort gedrag bij?
• Kun je jezelf zijn op verschillende manieren?
Vertel: Hoewel je jezelf kunt zijn in een groep, kan soms ook door groepsdruk je gedrag veranderen.
Dit kan positieve of negatieve effecten hebben. (Studenten gaan hier verder op in bij de opdracht
‘Groepsgedrag’.)
Hamsteren

Slide 16 - Diapositive

Leg uit: Groepsgedrag kan negatieve en positieve kanten hebben. Als je ziet dat iedereen op school zijn afval netjes in de prullenbak gooit, blijft het ‘vanzelf’ schoon. Maar het gedrag van een groep
kan net zo goed agressief of crimineel zijn. Een gevaar van opgaan in de groep is dat je zelf niet meer kritisch nadenkt over waar je mee bezig bent. Een negatieve bijnaam voor groepsgedrag is
‘kuddegedrag’.
Bekijk met de studenten de afbeelding op de slide. Wat heeft dit te maken met groepsgedrag of
kuddegedrag?

Leg uit: Tijdens de coronacrisis gingen veel mensen wc-papier inslaan. Dit werd ook gezien als kuddegedrag. 

A
Helemaal mee eens
B
Niet mee eens

Slide 17 - Quiz

Leg uit:

Groepsdruk hoeft niet alleen te ontstaan bij groepen die je kent. Mensen kunnen ook het gedrag van andere kopiëren. Vaak wordt ook wel gezegd dat mensen kuddedieren zijn. Als één
iemand ergens mee begint, volgen er snel steeds meer. Zo werkt groepsgedrag vaak ook.