Oefentoets Thema Wie ben ik?
1 / 30
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Als je uit een vliegtuig springt met een parachute en langzaam daalt dan:
A
zoom je in
B
zoom je uit
C
wordt het gebied kleiner
D
wordt het gebied groter
Slide 2 - Quiz
Noem een voorbeeld van een inrichtingselement
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Hoe heet de rode lijn?
A
Evenaar
B
0 Meridiaan
C
Lengtegraad
D
Noorderbreedte
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Hoe heet deze lijn?
Slide 7 - Question ouverte
Een thematische kaart is een...
A
Een kaart van een groot gebied met plaatsen, bergen en waterwegen
B
Een overzichtskaart van een klein gebied
C
Een kaart die over een bepaald onderwerp gaat
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 8 - Quiz
Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
overzichtskaart
Slide 9 - Quiz
Overzichtskaart of thematische kaart?
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
Slide 10 - Quiz
Prehistorie of Historie?
A
Historie
B
Prehistorie
Slide 11 - Quiz
Is de tijdsduur van alle tijdvakken even lang?
A
Ja, alle tijdvakken duren 1000 jaar
B
Ja, alle tijdvakken duren één eeuw
C
Nee, de tijdvakken duren niet even lang
D
Nee, de tijdvakken duren soms 5 jaar en soms 10 jaar.
Slide 12 - Quiz
Noteer de naam bij het plaatje van dit tijdvak.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer de naam bij het plaatje van dit tijdvak.
Slide 14 - Question ouverte
Noteer de naam van het tijdvak dat hoort bij de afbeelding.
Slide 15 - Question ouverte
Schaal 1:300.000 is hoeveel kilometer?
A
30
B
13
C
300
D
3
Slide 16 - Quiz
Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij een atlas? Noem er minimaal twee.
Slide 17 - Question ouverte
Hoe noemen we iemand die onderzoek doet naar ongeschreven directe bronnen?
A
Orthopedagoog
B
Criminoloog
C
Archeoloog
D
Geoloog
Slide 18 - Quiz
Als je snel een land wil opzoeken gebruik je .......
A
de bladwijzer
B
de inhoud
C
de schaal
D
de legenda
Slide 19 - Quiz
Als je de afstand wil uitrekenen tussen twee plaatsen gebruik je de ....
A
de bladwijzer
B
de inhoud
C
de schaal
D
de legenda
Slide 20 - Quiz
Als wilt weten waar de rivier de Wolga stroomt dan gebruik je ........
A
de bladwijzer
B
het namenregister
C
het zakenregister
D
het landenregister
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Wat voor een soort bron is dit?
A
ongeschreven, direct
B
ongeschreven, indirect
C
geschreven, direct
D
geschreven, indirect
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Wat voor een soort bron is dit?
A
ongeschreven, direct
B
ongeschreven, indirect
C
geschreven, direct
D
geschreven, indirect
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Zoek Minsk op. Op welke kaart vind je deze plaats
Welk hulpmiddel heb je gebruikt?
Welk hulpmiddel heb je gebruikt?
Slide 27 - Question ouverte
Neem kaart 66 voor je.
Wat betekent de oranje rode kleur in de legenda?
Wat betekent de oranje rode kleur in de legenda?
Slide 28 - Question ouverte
Neem kaart 91 voor je.
Hoeveel inwoners heeft Caïro?
Hoeveel inwoners heeft Caïro?
Slide 29 - Question ouverte
Gebruik kaart Noord Amerika (blz 97) in je atlas. Welke plaats ligt op 50 graden NB en 96 graden WL
A
Atlanta
B
Winnipeg
C
San Jose
D
Boston
