Lente en Pasen
1 / 41
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
In welk seizoen ben jij jarig?
A
de lente(20maart-21 juni)
B
de zomer(r21 juni-21 septembe)
C
de herfst(23 september- 22 december)
D
de winter(22 december-20maart)
Slide 5 - Quiz
22 december-20maart
20 maart-21 juni
23 september- 22 december
21 juni-21 september
de herfst
de winter
de lente
zomer
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
In de lente worden de bomen.....
A
bruin
B
groen
C
geel
D
zwart
Slide 11 - Quiz
De bomen krijgen....
A
zon
B
planten
C
takken
D
bladeren
Slide 12 - Quiz
Welke bloemen zijn dit?
A
tulpen
B
narcissen
C
krokussen
D
bloesem
Slide 13 - Quiz
Welke bloemen zijn dit?
A
tulpen
B
narcissen
C
krokussen
D
bloesem
Slide 14 - Quiz
Welke bloemen zijn dit?
A
tulpen
B
narcissen
C
krokussen
D
bloesem
Slide 15 - Quiz
Welke bloemen zitten aan de boom?
A
tulpen
B
narcissen
C
krokussen
D
bloesem
Slide 16 - Quiz
de bloesem
de krokussen
de tulpen
de bladeren
narcissen
de bollenvelden
Slide 17 - Question de remorquage
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
De baby van een koe heet.....
A
het kuikentje
B
het lammetje
C
het veulentje
D
het kalfje
Slide 25 - Quiz
De baby van een paard heet.....
A
het kuikentje
B
het lammetje
C
het veulentje
D
het kalfje
Slide 26 - Quiz
De baby van een kip heet.....
A
het kuikentje
B
het lammetje
C
het veulentje
D
het kalfje
Slide 27 - Quiz
De baby van een schaap heet.....
A
het kuikentje
B
het lammetje
C
het veulentje
D
het kalfje
Slide 28 - Quiz
het kuikentje
het veulentje
het kalfje
het lammetje
Slide 29 - Question de remorquage
Zet de ster op de juiste plek.
het paard / het veulentje
Slide 30 - Question de remorquage
Zet de ster op de juiste plek.
de kip / het kuikentje
Slide 31 - Question de remorquage
Zet de ster op de juiste plek.
het schaap / het lammetje
