literatuurgeschiedenis

literatuurgeschiedenis  H 18
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

literatuurgeschiedenis  H 18

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Terugblik vorige les
  2. antwoorden van huiswerk worden uitgedeeld
  3. Literatuurgeschiedenis 18: Gedenk te sterven (1000-1600)
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Waarom beginnen we in de Nederlandse literatuurgeschiedenis bij de middeleeuwen pas bij 1000?

Slide 3 - Question ouverte

Is er een verschil tussen de allereerste Nederlandse literaire tekst en het echte oudste Nederlands? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Question ouverte

Hoe klonk het Nederlands in de middeleeuwen?

Slide 5 - Question ouverte

Welke belangrijke uitvinding dateert het einde van de middeleeuwen voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een kernbegrip in het feodale stelsel?
A
macht
B
trouw
C
geld
D
werken

Slide 7 - Quiz

2

Slide 8 - Vidéo

welkom bij deel 2
maandag het 6e uur

Slide 9 - Diapositive

welkom het 6e uur !
  • terugblik het 4e uur 
  • we gaan lezen 10 minuten
  • uitleg
  • aan de slag: Literatuur 19: Pluk de dag (p. 194-201 hoofdboek) opdr. 1 t/m 10 (p. 178-179 oefenboek)

Slide 10 - Diapositive

Ridderromans hadden een voorbeeldfunctie, maar waren ook ter vermaak.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Karelroman
Arthurroman
vrouw ondergeschikt
magische elementen

Slide 12 - Question de remorquage

Dus: twee soorten ridderromans
Karelroman = voorhoofs (= nadruk op feodaliteit)

Arthurroman = hoofs (= nadruk op queesten en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders)

Slide 13 - Diapositive

hoofsheid
Karelromans
  • De ridder is (on)trouw aan zijn heer en God
  • de heer = meestal Karel de Grote
  • Eer bewaken (zowel ridder als dame)
  • Dapper/winnen-> veldslagen met bruut geweld
  • Vrouwen spelen een bijrol
  • Soms sprookjeselementen

Slide 14 - Diapositive

Dus: twee soorten ridderromans
Karelroman = voorhoofs (= nadruk op feodaliteit)

Arthurroman = hoofs (= nadruk op queesten en hoffelijkheid, rol van de vrouw is wezenlijk anders)

Slide 15 - Diapositive

Welke elementen van een Karelroman komen terug in Karel ende Elegast?

Slide 16 - Question ouverte

Trouw is dus een belangrijk element in Karelromans, zo ook in Karel ende Elegast.
Wie is hier trouw aan wie?
En waarom is dat zo belangrijk?

Slide 17 - Question ouverte

hoofsheid
Arthurroman
  • De ridder dient vaak aan het hof van koning Arthur (van de ronde tafel) en gaat op queeste
  • Ridder van de ronde tafel = hoofs
  • Geen veldslag, maar één-op-één gevecht
  • Vaak ook hoofse liefde, maar die blijft dus onbeantwoord
  • Soms sprookjeselementen

Slide 18 - Diapositive

Hoofsheid
  • Hoofsheid: regels die voorschreven hoe men zich beschaafd diende te gedragen (hoffelijk), afgekeken van de Arabische cultuur.
  • Een hoofse ridder kende tafelmanieren, kleedde zich netjes en vocht op een eervolle wijze. Belangrijkste regel: je moet je beheersen!
  • Hoofse liefde: een ridder is hartstochtelijk verliefd op een - onbereikbare - vrouw.

Slide 19 - Diapositive

Queeste
Een queeste is een reis om een doel te bereiken (bijvoorbeeld een prinses bevrijden, een schat vinden, een vloek opheffen, etc.) en waar je ondertussen een beter mens van wordt. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Welke elementen van een Arthurroman komen terug in Lanceloet en het hert met de witte voet?

Slide 22 - Question ouverte

Afsluiting
Je hebt deze les geleerd over:
  • het feodale stelsel
  • trouw
  • Karelromans
  • Arthurromans
  • hoofsheid
  • queeste



Slide 23 - Diapositive

Vooruitblik
Volgende les: woensdag 20 november
  • Huiswerk: l
  • Literatuur 18: Gedenk te sterven (p. 186-193 hoofdboek) opdr. 1 t/m 10 (oefenboek)
  • Meenemen: LAPTOP
  • Programma: literatuurgeschiedenis 18 deel 3 literatuur in dienst van God

Slide 24 - Diapositive