Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Taalcompleet thema 3.6
Scheidbare werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord is een combinatie van een werkwoord en een ander woord. Dit ander woord is vaak een voorzetsel, maar kan ook een bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord zijn.
schoon+maken=schoonmaken
aan+komen= aankomen
na + denken = nadenken
Slide 3 - Diapositive
Hoe vervoeg je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst het werkwoord. Het andere woord staat op de laatste plaats in de zin.
Ik maak de keuken schoon.
De trein komt om 10:00 uur aan.
Wij denken eerst na.
Slide 4 - Diapositive
Twee werkwoorden
Staan er twee werkwoorden in de zin? Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin.
Slide 5 - Diapositive
Wat is het hele werkwoord? De docent legt de opdracht uit.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het hele werkwoord? Ik maak de tafel schoon.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het hele werkwoord? Ik schrijf de woorden op.
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van het werkwoord. De juf ___ haar jas ___ (ophangen).
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van het werkwoord. Ik ___ de som ___ (uitleggen).
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van het werkwoord. Hoe moet ik dit probleem (oplossen)?
Slide 11 - Question ouverte
Schrijf de goede vorm van het werkwoord. De wedstrijd moet (doorgaan).