s3.02 Toetsbespreking Lezen H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

We gaan de leestoets van H2 bespreken. Hoe heb jij je voorbereid op de toets?

Als ik een leestoets moet maken, begin ik altijd met ...

het lezen van de vragen.

het bekijken van de tekst.

het lezen van de tekst.

kijken hoe groot de tekst is.

kijken hoeveel vragen ik erbij moet maken.

zuchten, want ik kan niet lezen.

vragen of ik de tekst in Word kan krijgen om voor te lezen.

iets anders...

Tekst lezen

1. Verkennend lezen
(wat zie ik?)

2. Zoekend lezen
(antwoord vinden)

3. Nauwkeurig lezen (begrijpen)

4. Studerend lezen (leren)

Lees tekst 1 in de tekstbijlage.

In regel 5-6 van tekst 1 staat: ‘Dat leverde enkele uitspraken én cijfers op’. In welke alinea’s van tekst 1 zie je die uitspraken en cijfers? (1 pt.)

1. Alinea 1 en 2
2. Alinea 2 en 3
3. Alinea 3 en 4
4. Alinea 4 en 5

Wat zijn ‘gemotiveerde leerlingen’
(r. 13)? (1 pt.)

1. leerlingen die graag iets willen leren
2. leerlingen die vaak hoge cijfers halen
3. leerlingen die goed stil kunnen zitten

Noteer uit de volgende alinea’s van tekst 1 een signaalwoord dat een reden aangeeft. (1 pt.)
a. alinea 2 b. alinea 3

Oorzaak en gevolg (1 pt.)
a. Noteer het signaalwoord voor oorzaak en gevolg in alinea 3 van tekst 1.
b. Noteer de oorzaak.
c. Noteer het gevolg.

‘Het lijkt simpel: hoe groter de klas, hoe slechter het onderwijs’ (r. 23).
Hoe denken veel onderwijskundigen daarover? (1 pt.)

1. Dat hoeft niet zo te zijn. Een goede docent is belangrijker dan de grootte van de klas.
2. Dat klopt. Als de klassen groter worden, gaat de kwaliteit van het onderwijs achteruit.
3. Dat klopt niet. De grootte van de klas maakt niets uit voor de kwaliteit van het onderwijs.

Feiten en meningen (1 pt.)
In tekst 1…

1. …staan alleen feiten.
2. …staan feiten en de mening van de schrijver.
3. …staan feiten en de mening van andere mensen.
4. …staat alleen de mening van de schrijver.

Wat is het onderwerp van tekst 2?
(1 pt.)

1. een onderzoek naar geweldfilmpjes onder jongeren
2. hoe jongeren denken over zinloos geweld in filmpjes
3. hoe jongeren kunnen helpen geweldplegers te pakken

TEKST 2

Wat is het tekstdoel van tekst 2? (1 pt.)

1. activeren
2. amuseren
3. informeren
4. overtuigen

Lees alinea 1 van tekst 2 nog eens. Wat is hoofdzaak en wat is bijzaak? Maak je keuze. (1 pt.)

1. 1 en 2 hoofdzaak, 3 bijzaak
2. 1 hoofdzaak 2 en 3 bijzaak
3. 1 en 2 bijzaak 3 hoofdzaak
4. 1 bijzaak 2 en 3 hoofdzaak

In regel 10 staat het signaalwoord ‘zo’. Dit signaalwoord geeft aan dat de schrijver een of meer voorbeelden gaat geven. (1 pt.)
a. Hoeveel voorbeelden geeft de schrijver?
b. Wat wil de schrijver met deze voorbeelden laten zien?

Wat vinden veel jongeren over de strafbaarheid van geweldfilmpjes ‘voor de lol’? (1 pt.)

1. Alleen de geweldpleger verdient straf.
2. Alleen de persoon die gefilmd heeft, verdient straf.
3. De geweldpleger verdient geen straf, en ook de persoon die gefilmd heeft, verdient geen straf.
4. Niet alleen de geweldpleger verdient straf, maar ook de persoon die gefilmd heeft, verdient straf.

Welke zin geeft de hoofdgedachte van tekst 2 het best weer? (1 pt.)

1. Jongeren delen op sociale media veel geweldfilmpjes, maar een deel van de jongeren doet dat juist om aan te geven dat ze het geweld afkeuren.
2. Veel jongeren keuren geweldfilmpjes af, maar weten niet wat ze eraan kunnen doen, omdat er geen straf staat op het maken van zulke filmpjes.
3. Veel jongeren zijn voor een strenge aanpak van het delen van geweldfilmpjes op sociale media, en willen dat deze filmpjes strafbaar worden.

Wat vond je van deze toetsbespreking?

Doordat ik zelf mee kon doen, heb ik geleerd van mijn fouten.

Ik vind het niet prettig p

Ik vind toetsen bespreken niet nuttig.

Wat heb je geleerd?