Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat vond je van het maken van een samenvatting?
A
Heel moeilijk
B
Heel makkelijk
C
Een beetje lastig
D
Wel oké
Slide 1 - Quiz
Hoe lang ben je bezig geweest met het maken van de samenvatting?
Slide 2 - Carte mentale
How to: Samenvattingen
Titel in vraagvorm
Begrippen
Vragen
Spelling
Slide 3 - Diapositive
Titel in vraagvorm
Slide 4 - Diapositive
Wat zou een goede vraagvorm zijn van de titel 'Het Nieuwe Testament'?
Slide 5 - Question ouverte
Titel in vraagvorm
Begrippen
Je kan de begrippen MARKEREN, maar dat is in het boek al gedaan. Je kan ook een SYMBOOL (klein tekeningetje) bedenken bij elke begrip, of per begrip een POST-IT pakken om de betekenis op te schrijven.
Slide 6 - Diapositive
Titel in vraagvorm
Begrippen
Je kan de begrippen MARKEREN, maar dat is in het boek al gedaan. Je kan ook een SYMBOOL (klein tekeningetje) bedenken bij elke begrip, of per begrip een POST-IT pakken om de betekenis op te schrijven.
Moeilijke of onbekende woorden
Moeilijke of onbekende woorden kun je ook MARKEREN, of op een aparte POST-IT zetten. Dan weet je dat je ze nog moet opzoeken voor je een samenvatting maakt!
Koning(inn)en worden 'gezalfd' met (olijf)olie als ze gekroond worden, daar komt het woord 'gezalfde' vandaan: Christus betekent dus ook wel koning.
Slide 7 - Diapositive
Pak een papiertje voor je (of in je schrift) en verdeel het in 8 (acht) vakjes.
(Of pak 8 Post-it's, als ze in de buurt liggen).
timer
0:30
Slide 8 - Diapositive
Lees de tekst hieronder
Het Nieuwe Testament
In dit tweede deel van de Bijbel staan vooral verhalen over Jezus en zijn volgelingen en gaat verder over de eerste christelijke gemeenten. Het Nieuwe Testament (N.T.) bestaat uit vier groepen 'boeken'.
Evangeliën
Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent 'goed bericht' of 'blijde boodschap'. Dit woord werd bijvoorbeeld gebruikt wanneer een keizer of koning een belangrijke boodschap had voor het ovlk. Vaak ging het over een overwinning in een oorlog, maar het kon ook de geboorte van een prins zijn. Het verhaal over Jezus werd door zijn volgelingen als zo'n evangelie doorverteld en later opgeschreven. Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen: Mattheüs, Marcus, Lucas, en Johannes.
Slide 9 - Diapositive
Schrijf in je eerste vakje de titel op en verander hem in een vraagvorm.
Het Nieuwe Testament
In dit tweede deel van de Bijbel staan vooral verhalen over Jezus en zijn volgelingen en gaat verder over de eerste christelijke gemeenten. Het Nieuwe Testament (N.T.) bestaat uit vier groepen 'boeken'.
Evangeliën
Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent 'goed bericht' of 'blijde boodschap'. Dit woord werd bijvoorbeeld gebruikt wanneer een keizer of koning een belangrijke boodschap had voor het ovlk. Vaak ging het over een overwinning in een oorlog, maar het kon ook de geboorte van een prins zijn. Het verhaal over Jezus werd door zijn volgelingen als zo'n evangelie doorverteld en later opgeschreven. Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen: Mattheüs, Marcus, Lucas, en Johannes.
(netjes en leesbaar!)
Slide 10 - Diapositive
Schrijf in het tweede en derde vakje de begrippen op en teken er een symbool (klein tekeningetje) bij.
HetNieuwe Testament
In dit tweede deel van de Bijbel staan vooral verhalen over Jezus en zijn volgelingen en gaat verder over de eerste christelijke gemeenten. Het Nieuwe Testament (N.T.) bestaat uit vier groepen 'boeken'.
Evangeliën
Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent 'goed bericht' of 'blijde boodschap'. Dit woord werd bijvoorbeeld gebruikt wanneer een keizer of koning een belangrijke boodschap had voor het volk. Vaak ging het over een overwinning in een oorlog, maar het kon ook de geboorte van een prins zijn. Het verhaal over Jezus werd door zijn volgelingen als zo'n evangelie doorverteld en later opgeschreven. Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen: Mattheüs, Marcus, Lucas, en Johannes.
Slide 11 - Diapositive
Schrijf in het vierde en vijfde vakje twee woorden op waarvan je de betekenis niet (helemaal) weet.
HetNieuwe Testament
In dit tweede deel van de Bijbel staan vooral verhalen over Jezus en zijn volgelingen en gaat verder over de eerste christelijke gemeenten. Het Nieuwe Testament (N.T.) bestaat uit vier groepen 'boeken'.
Evangeliën
Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent 'goed bericht' of 'blijde boodschap'. Dit woord werd bijvoorbeeld gebruikt wanneer een keizer of koning een belangrijke boodschap had voor het volk. Vaak ging het over een overwinning in een oorlog, maar het kon ook de geboorte van een prins zijn. Het verhaal over Jezus werd door zijn volgelingen als zo'n evangelie doorverteld en later opgeschreven. Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen: Mattheüs, Marcus, Lucas, en Johannes.
Slide 12 - Diapositive
Schrijf en teken in de overige vakjes informatie uit de alinea die nog niet in de andere vakjes staat.
HetNieuwe Testament
In dit tweede deel van de Bijbel staan vooral verhalen over Jezus en zijn volgelingen en gaat verder over de eerste christelijke gemeenten. Het Nieuwe Testament (N.T.) bestaat uit vier groepen 'boeken'.
Evangeliën
Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent 'goed bericht' of 'blijde boodschap'. Dit woord werd bijvoorbeeld gebruikt wanneer een keizer of koning een belangrijke boodschap had voor het volk. Vaak ging het over een overwinning in een oorlog, maar het kon ook de geboorte van een prins zijn. Het verhaal over Jezus werd door zijn volgelingen als zo'n evangelie doorverteld en later opgeschreven. Er staan in het N.T. vier evangeliën met de volgende namen: Mattheüs, Marcus, Lucas, en Johannes.
Slide 13 - Diapositive
Upload hier een foto van je aantekeningen of post-its.
Slide 14 - Question ouverte
Nu zelf! Maak opnieuw 8 vakjes
1. Titel (in vraagvorm)
2 & 3: Begrippen & Symbolen
4 & 5: Woorden die je niet (helemaal) kent of waar je meer over wilt weten 6 & 7 & 8: Overige informatie
timer
0:30
Slide 15 - Diapositive
Handelingen
Dit is een boek over de activiteiten en reizen van de apostelen (afgezanten), vooral over Petrus en Paulus. Zij waren de belangrijkste apostelen die het evangelie bekend hebben gemaakt in en buiten Palestina. Het christendom verspreidde zich daardoor onder meer naar Griekenland en Italië, waar Rome een belangrijke christelijke gemeente werd.
Brieven
In totaal staan er 21 brieven in het N.T., waarvan de meeste geschreven zijn door de apostel Paulus. Hij schreef zijn brieven rond het jaar 50 (c.j.) en daardoor zijn zij de oudste teksten van het N.T. In zijn brieven wil Paulus meestal duidelijk maken wat het 'nieuwe' is van het christelijke geloof.
Lees de tekst hieronder & vul je vakjes in
Klik hier voor de stappen
1. Titel (in vraagvorm)
2: Begrip & Symbool
3: Begrip & Symbool
4: Woord dat je niet (helemaal) kent of waar je meer over wilt weten
5: Woord dat je niet (helemaal) kent of waar je meer over wilt weten
6: Overige informatie die nog niet in de andere vakjes staat
7: Overige informatie
8: Overige informatie
Slide 16 - Diapositive
Upload hier weer een foto van je aantekeningen of post-its
Slide 17 - Question ouverte
Verwerking
Je hebt nu 16 vakjes of post-its vol met informatie.
Schrijven
Mindmap
?
Creatief
Slide 18 - Diapositive
Af? Checklist!
Is het leesbaar? Staat er een titel boven?
Zijn de vragen die ik nog heb duidelijk?
Heb ik alle begrippen gevonden?
Staat de belangrijke informatie in de samenvatting?
Als het niet leesbaar is, kun je het zelf ook niet teruglezen en dus niet leren!
Aan de titel kun je snel zien waar het over gaat en wat belangrijk is
Zo kun je makkelijk vragen stellen aan de docent als je die nog hebt.
Niet alle begrippen staan dikgedrukt in de tekst! Lees nog een keer goed door
Heb je alle overige informatie verwerkt, of waren er ook minder belangrijke stukken die je weg kan laten?
Slide 19 - Diapositive
Upload je samenvatting van vandaag in Teams! (komt op SOM)