Possessive 's - ' / 16 September

Vandaag, 

1) huiswerk check (15 min.)
2) grammatica (bezittelijk 's)       15 min.
3) zelf studie (15 min.)
  spullen op tafel
  stil zitten binnen 1 minuut! Niet    bemoeien met een ander.
  Anders? 1 lesuur nablijven bij      je mentor.

 - boek op bld 23!
timer
1:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Vandaag, 

1) huiswerk check (15 min.)
2) grammatica (bezittelijk 's)       15 min.
3) zelf studie (15 min.)
  spullen op tafel
  stil zitten binnen 1 minuut! Niet    bemoeien met een ander.
  Anders? 1 lesuur nablijven bij      je mentor.

 - boek op bld 23!
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive



Alle boeken op bld 23 / opd. 2

Slide 2 - Diapositive

Possessive: 's, ' and ... of ...

Slide 3 - Diapositive

Bezit: aangeven van wie iets is
Even je kennis opfrissen...




Slide 4 - Diapositive

1.Possessive (bezit):      's
 Wanneer gebruik je apostrof+s? 
  • Bij namen van personen of dieren
  • .... in het enkelvoud
  • .... in het meervoud als woorden niet op een S eindigen
  • Bij expressions of time



I like Jim's hair.
The cat's whiskers.
The children's toys.
Yesterday's news.




Slide 5 - Diapositive

2.Possessive (bezit):    '
My parents' car. (parents = meervoud met s)
His siblings' hobby. (siblings = meervoud met s)
Wanneer gebruik je alleen een apostrof? 
  • Bij personen/dieren in het meervoud die wel op een S eindigen

Slide 6 - Diapositive

3. Possessive (bezit):    of
dingen van dingen
geografische namen

The roof of the house.
The capital of England.
Write your name at the top of the page. 
 The name of the school
The top floor of the building.

Slide 7 - Diapositive

Wie weet het verschil?
My sisters' room.
My sister's room.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Stappen plan
1. Gaat de zin om het bezit van een land, plaats of ding?
     Ja: ... of .... 
2. Nee: Is degene die iets bezit een enkelvoud
     Ja: 's 
3. Nee: Is degene die iets bezit een meervoudsvorm die eindigd op een s? 
    Ja:  '
    Nee:  's


                                                                                        +

Slide 10 - Diapositive

If something belongs to more than one person, and we give a list of names, the 's  comes after the last name in the list.

-Jack is Anne and Gary's son. 

Slide 11 - Diapositive

We use 's' at the end of names and nouns, even if the word ends in 's'
-James's cello
-Dickens's last novel 
-My boss's office
! The pronunciation can be /zız/ or /sız/  !
  

Slide 12 - Diapositive

Which is correct?
A
The window of the room
B
The room's window

Slide 13 - Quiz

Sarah is ______ mother. (Charles)
A
Charles's
B
Charle's
C
Charless
D
Charles

Slide 14 - Quiz

Isn't this ______ book?
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 15 - Quiz

They are painting the ____ room this week.
A
children's
B
childrens
C
childrens'
D
children

Slide 16 - Quiz

Did you read ______ newspaper?
A
yesterday
B
yesterdays
C
yesterdays'
D
yesterday's

Slide 17 - Quiz

David is ______ husband.
A
Anne's
B
Annes
C
Annes'
D
Anne

Slide 18 - Quiz

My ________ house is pretty far away.
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 19 - Quiz

Kijk mee! Bld 45

Slide 20 - Diapositive

Maak:
1) bld 25 / opd. 6a & 6b
2) bld 25 / opd. 7

Huiswerk: bld 26 / opd. 8

Done? 
- Leer de woorden op bld 44

timer
15:00

Slide 21 - Diapositive