Woordenschat synoniemen

woordenschat 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

woordenschat 

Slide 1 - Diapositive

Deze les 
- lesdoel
- startopdracht
- uitleg
- begeleide in-oefening
- aan de slag
- evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent het woord van de week:
wegflixen

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Lien

Welke onbekende
woorden ben je
tegengekomen?

Slide 5 - Carte mentale

lesdoel
aan het einde van deze les weet je wat de woordraadstrategie "zoek een synoniem" inhoudt en hoe je deze kunt toepassen.

Slide 6 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk
woorden die ongeveer hetzelfde betekenen
als "vriend(in)".

Slide 7 - Carte mentale

Als je een woord in een tekst niet kent en ik zeg "kijk naar de context", wat bedoel ik dan?

Slide 8 - Question ouverte

Zoek een synoniem
- woord die (ongeveer) hetzelfde betekent.
Ik had gisteren ruzie met een vriend. Onze onenigheid ging over een spelletje.

- niet altijd door elkaar heen te gebruiken.
auto vs bolide 
zonnebril vs snelle planga

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld 
opdracht 16 op bladzijde 104-105 

Slide 10 - Diapositive

Wat ga je doen?
Maak opdracht 11, 15 en 16 op bladzijde 102-105

Klaar?
Maak opdracht 8 op bladzijde 101

Slide 11 - Diapositive

lesdoel
aan het einde van deze les weet je wat de woordraadstrategie "zoek een synoniem" inhoudt en hoe je deze kunt toepassen.

Slide 12 - Diapositive