4H - kwartiel 1

Geschiedenis pww - dinsdag 1-11
  • Weet je een vraag niet? 
  • Onderstrepen
  • Punten tellen
  • Tussendoor vraag? Berichtje via Teams.  
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis pww - dinsdag 1-11
  • Weet je een vraag niet? 
  • Onderstrepen
  • Punten tellen
  • Tussendoor vraag? Berichtje via Teams.  

Slide 1 - Diapositive

Wat is GEEN hulpvraag om de betrouwbaarheid van bronnen te controleren?
A
Wanneer is de bron gemaakt?
B
Hoe is de maker aan de informatie gekomen?
C
Met welke bedoeling is de bron gemaakt?
D
Waarover gaat de bron?

Slide 2 - Quiz

Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op:
A
Wanneer is de bron gemaakt
B
Wat is de bedoeling van de maker van de bron
C
Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen
D
Alle drie!

Slide 3 - Quiz

Wat is geen KA uit de tijd van
jagers en boeren ?
A
Opkomst van de landbouw
B
Opkomst handel en steden met stadsrechten
C
De levenswijze van jagers en verzamelaars
D
De eerste steden

Slide 4 - Quiz

Wat hoort bij de tijd van jagers en boeren?
A
De eerste mensen waren boeren.
B
De eerste mensen waren jagers.
C
Boeren hebben geen vaste woonplaats.
D
Jagers hebben geen vaste woonplaats.

Slide 5 - Quiz

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

4. De Griekse wetenschap en politiek
5. De klassieke vormentaal
6. De groei van het Romeinse imperium
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 6 - Quiz

wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
verklaringen zoeken in natuurverschijnselen
C
verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
verhalen verzamelen en goed bestuderen

Slide 7 - Quiz

Welke zin is juist?
A
De Rijn werd de zuidelijke grens van het Romeinse rijk.
B
Germanen ten noordoosten van de Rijn leefden in een landbouwstedelijke samenleving.
C
Romeinen en Germanen dreven geen handel over de grens.
D
Volkeren in het grensgebied werden geromaniseerd.

Slide 8 - Quiz

In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 9 - Quiz

Het hofstelsel is een economisch systeem gericht op het produceren van genoeg voedsel, het leenstelsel is een politiek systeem gericht op het behouden van een vorm van macht.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Wat is centralisatie?
A
De ontwikkeling waarbij een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
B
Ontwikkeling waarbij een land steeds meer vanuit één punt wordt bestuurd
C
Het kiezen van een nieuwe koning door de keurvorsten
D
Het vergroten van de macht door meer gebieden te veroveren

Slide 11 - Quiz

Wat is geen tactiek om mensen te kerstenen in de vroege middeleeuwen?
A
Stichting van kloosters aan de rand van het christendom
B
Christendom tot staatsgodsdienst maken
C
Missionarissen bekeren een volk
D
Een heerser dopen, het volk volgt

Slide 12 - Quiz

Wat is staatsvorming?
A
Een koning met zijn eigen ridders om het land te beschermen.
B
De koning wetten maakt voor het land.
C
Als een land steeds meer als een eenheid wordt bestuurd.
D
Het recht van een stad op een eigen bestuur en eigen wetten.

Slide 13 - Quiz

Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Frans voor "wedergeboorte". Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.

Slide 14 - Quiz

kenmerken Renaissancekunst
Wat is fout?
A
Godsdienstige onderwerpen worden niet meer geschilderd
B
men kopieert Grieks-Romeinse kunst
C
Er is aandacht voor anatomie
D
Er is aandacht voor perspectief

Slide 15 - Quiz

Wat was de investituurstrijd?
A
Strijd tussen ridders om te laten zien wie het sterkste was
B
Strijd tussen koningen om een groot stuk land
C
Strijd tussen de koning en de paus over de bisschoppen
D
Geen van alle antwoorden

Slide 16 - Quiz

Wat was geen oorzaak van de ontdekkingsreizen?
A
Het geloof verspreiden in andere gebieden
B
Een nieuwe handelsroute ontdekken
C
Ergens anders een betere toekomst opbouwen
D
De status van het land verhogen adhv nieuwe ontdekkingen

Slide 17 - Quiz