presentaties Goalball H4.3 en test jezelf H1.3

Welkom klas 1D
spullen klaarleggen
(werkboek, werkblad goalball, schriften, etui)

Vragen over de boekenvlog?
Dinsdag 18-6 inleveren.




1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 1D
spullen klaarleggen
(werkboek, werkblad goalball, schriften, etui)

Vragen over de boekenvlog?
Dinsdag 18-6 inleveren.




Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
Je herkent de signaalwoorden van opsomming en tegenstelling.
Je kunt de kern van een tekst vertellen.
Je kunt uitleggen of een tekst informatief of amuserend is.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
Presentatie Goalball
We herhalen de lesstof van Hoofdstuk 1 - Lezen
Quiz
Test Jezelf H1.3

Slide 3 - Diapositive

Zelfstandig werken
Werkblad Goalbal
Presentatie maken met jouw groepje.
Mail de presentatie aan mij.
Beoordeling: O / V / G
Twee groepjes presenteren voor de klas


Slide 4 - Diapositive

Groepjes
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 5
groep 6
Cas
Evy
Thijs

Amber
Kick
Lobke
Aleyna
Zoë
Kyte
Noa
Fem
Borus
Naomi
Stefan
Britt
Eline

Slide 5 - Diapositive

Bespreken met je buur
  1. Wat is een titel?
  2. Wat is een tussenkopje?
  3. Wat is een deelonderwerp?
  4. Hoe vind je het onderwerp in de tekst?
  5. Wat is een alinea?
  6. Hoe herken je een alinea?
  7. Wat zijn de verschillen: verkennend en nauwkeurig lezen?
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Verkennend lezen doe je zo:
• Lees de titel en de tussenkopjes.
• Lees de eerste en de laatste alinea.
• Lees de woorden die vet- of schuingedrukt gedrukt zijn.
• Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
• Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stel jezelf daarbij vragen als:
• Wat is het onderwerp van de tekst?
• Wat weet ik al over het onderwerp?
• Wat voor tekst is het? Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht?
• Wat is de bron en wie is de schrijver?

Slide 9 - Diapositive

lees het artikel nauwkeurig
Hoe lees je nauwkeurig?
Welke onderdelen lees je?

Slide 10 - Diapositive

Nauwkeurig lezen
Om precies te weten wat er in een tekst staat, lees je hem nauwkeurig. Je leest de tekst met aandacht, zin voor zin.

Slide 11 - Diapositive

Een titel...
A
staat in de tekst
B
staat altijd bovenaan de tekst
C
zegt iets over een stukje tekst
D
heeft meestal niets met de tekst te maken

Slide 12 - Quiz

Is een deeltitel hetzelfde als een tussenkopje?
A
Nee
B
Ja
C
Dat hangt van het onderwerp af
D
Soms

Slide 13 - Quiz

Elke tekst heeft deeltitels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar zijn tussenkopjes (of deeltitels) voor bedoeld?
A
om de tekst mooier te maken
B
om aan te geven waar een tekst vandaan komt
C
om aan te geven waar de tekst eronder over gaat

Slide 15 - Quiz


wat is een deelonderwerp?
A
het onderwerp van een hoofdstuk
B
een onderdeel van het hoofdonderwerp
C
een onderdeel van het slot
D
het onderwerp van de eerste alinea

Slide 16 - Quiz

Alinea’s en kernzinnen
Een tekst is meestal verdeeld in alinea’s. Een alinea bestaat uit:
A
Maximaal twee zinnen.
B
een inleiding, een kern en een slot.
C
een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.
D
een paar plaatjes, zinnen en tussenkopjes die over hetzelfde onderwerp gaan.

Slide 17 - Quiz

Aan het werk - Huiswerk
Je maak Test jezelf van Hoofdstuk 1.3
(inloggen in Talent: zie dia)

Huiswerk voor dinsdag 18-6


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien