2F_Zakelijke mail

Nederlands 3F
Het schrijven van een zakelijke e-mail
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 3F
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Diapositive

Voordat je begint ...
  • Wat is het doel van je e-mail?
        Iemand uitnodigen? Informatie vragen? Informatie geven?            Iemand ergens van proberen te overtuigen?
        Houd het doel duidelijk voor ogen tijdens het schrijven.
  • Welke informatie in de e-mail moet er per se komen?
       Zoek dat op in de examenopdracht en gebruik die
       informatie bij het maken van je eigen zinnen. 

Slide 2 - Diapositive

De opmaak
  • Onderwerp (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Kern: alinea 1 en alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotgroet
  • Naam + eventuele functie

Slide 3 - Diapositive

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 4 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 5 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 6 - Quiz

Hoofdletters!
  • Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
  • Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
  • De straatnaam begint met een hoofdletter



Slide 7 - Diapositive

Gebruik leestekens!
  • Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens.
  • De tekst is dan beter te lezen
  • Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
  • Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.



Slide 8 - Diapositive

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,

Geachte heer Wagemakers,

Geachte heer Van 't Lam,

Slide 9 - Diapositive

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 10 - Diapositive

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 11 - Diapositive

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 12 - Diapositive

Slotgroet en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld....
Geachte heer Van Dijk,

Deze e-mail schrijf ik omdat ik een klacht heb over de I-phone die ik gekocht heb. 

De I-phone werkt niet goed. Als ik de I-phone aanzet, maakt hij een gek geluid. Daarna schakelt hij uit. U begrijpt dat ik niet tevreden ben over deze aankoop.

Graag ontvang ik mijn geld terug of ontvang ik een nieuwe I-phone.  

Met vriendelijke groeten,
Mevr. A. Dijkstra




Slide 14 - Diapositive

Tips
  • Maak niet al te ingewikkelde zinnen.
  • Gebruik woorden die je kent.
  • Kijk goed of alles uit de opdracht ook echt in jouw  e-mail   staat. (Gebruik dezelfde woorden/zinnen, dan maak je ook   geen fouten).
  • Denk niet eindeloos lang na, begin gewoon met schrijven en   ga pas kritisch nakijken als je klaar bent.  

Slide 15 - Diapositive

Schrijfopdracht zakelijke mail.
NU Nederlands
Hoofdstuk 3 Corresponderen
3.2 Zakelijke e-mail
Opdracht 1 en 2 + extra opdracht 1




Slide 16 - Diapositive