37e les

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

lundi le 13 décembre
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 3 - Diapositive

AUJOURD'HUI
  • het bezittelijk voornaamwoord (App5)
  • Écouter / luisteren APP4 
  • SO U2 App1-5   ma 20 dec 



Slide 4 - Diapositive

het bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 6 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 7 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (onze) grands-parents
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 8 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) organisation
A
sa
B
leurs
C
leur
D
son

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) tantes
A
leurs
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 11 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

het bezittelijk voornaamwoord
Huiswerk nakijken  : Oefening 16C page 63
    1. zelstandig naamwoord meervoud, vos
    2. enkelvoud, leur
    3. meervoud, nos
    4. enkelvoud, votre
    5. meervoud, vos 

    Slide 14 - Diapositive

    het bezittelijk voornaamwoord
    Huiswerk nakijken Oefening 16C  page 63

    1. Zoeken jullie/Zoekt u jullie/uw vrienden?
    2.  Hun sportleraar heet Mika.
    3. Waar zijn onze sportschoenen?
    4.  Wat is uw lievelingssport, mevrouw Lenoir?
    5. Neemt u me niet kwalijk, dat zijn niet jullie/uw schoenen!


    Slide 15 - Diapositive

    het bezittelijk voornaamwoord
    huiswerk nakijken : Oefening 16D  page 64

      1. Son équipe s’entraine beaucoup pour gagner.
      2. Les skateurs discutent avec leurs entraineurs après le spectacle.
      3. Zut ! On ne peut pas participer à notre tournoi scolaire !
      4. Vous adorez le Parkour. Alors, c’est votre passion ?
      5. Quels sont tes hobbys préférés ? Les jeux vidéo et la photo.
      6. Pendant le match, j’ai perdu mon casque.
      7. Tu as marqué trois buts ! Tu es notre champion !
      8. Cécile doit beaucoup s’entrainer pour sa finale.


      Slide 16 - Diapositive

      APP 4 p. 76 Vocabulaire 
      • La prononciation 
      • Devoirs pour demain
        huiswerk voor morgen dinsdag 14 decembre 

      Slide 17 - Diapositive

      Slide 18 - Lien

      Écouter: p. 60
      • Exercice 10
      • Exercice 11
      • Exercice 12
      • Exercice 13

      Slide 19 - Diapositive

      Slide 20 - Lien

      Slide 21 - Lien