4.2 versnellen en vertragen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

 4.2 Versnellen en vertragen

Vragen over 1-8 van 4.1?

Lesdoelen:

4.2.1 Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram.

4.2.2 Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram.

4.2.3 Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekenen.

4.2.4 Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.

4.2.5 Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.

4.2.6 Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen/berekenen in een (v,t)-diagram.

Welke soort bewegingen ken je?

Vliegtuig en achtbaan

• Als je in een vliegtuig zit, vlieg je met een snelheid van ruim 900 km/h. 
• De karretjes van een achtbaan halen ‘maar’ 150 km/h. 
• Toch voelt een rit in een achtbaan veel spannender dan een vlucht met een vliegtuig. 
• Dat komt doordat de karretjes enorm snel optrekken en afremmen. 
• Het is blijkbaar niet de snelheid die je in je maag voelt, maar de snelheidsverandering..

Versnelling 

• Gaat steeds sneller
• Stel: Ik ga versnellen. Na 1 seconde ga ik 3 m/s,
  na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
• De toename in snelheid 3 m/s elke seconde
• DUS de versnelling is 3 m/s2

(v,t)-diagram maken

• v - verticale as
• t - horizontale as

• 0-4 s Beweging neemt eerst toe
• versnelling
• na 4s dan is de beweging constant
• eenparige beweging

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek) past bij het spoor?

1. 
2. 
3. 
4. 

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek past bij het spoor?

1. 
2. 
3. 
4. 

Eenparig versneld of vertraagd

• Snelheid neemt gelijkmatig toe of af

Versnelling berekenen:

• a - versnelling in m/s2
• t - tijd in s
• v - snelheid in m/s
• 
  

a=​Δt​​Δv​​

Δv=v​eind​​−v​begin​​

• Vertraging
  
• De snelheid neemt elke seconde af met 2 m/s. 
• Vertraging.
  
• De vertraging is 2 m/s2. 
• Je schrijft: a = −2 m/s2
  
• Vertraging heeft hetzelfde symbool als versnelling: a

Snelheid omrekenen

Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s

m/s               km/uur

: 3,6

x 3,6

Noteer de formule voor de versnelling met de eenheid hoe je hem moet invullen.

Controle vraag 2
Reken om:
180 km/h = ...... m/s
10 m/s=......km/h

Wat is juist? Als een auto in 2 s versnelt van 3 naar 7 m/s.

1. Is de snelheid 2 m/s
2. Is de snelheid 4 m/s
3. Is de versnelling 2 m/s^2
4. Is de versnelling 4 m/s^2

Afgelegde 

afstand bepalen

Je kan met de (v,t)-diagram 

de afstand bepalen

Afstand = area onder grafiek

Hoeveel is dit?

Vragen?

Eerst 4.2 lezen in stilte

Maken 1-8 van 4.2

Samenvatting

Hier volgt een samenvatting van de stof met één voorbeeld van een lift waar alle stof in zit.