MaatwerkBrugklas-23 mars 2022 Oefenen T3

Bonjour!
Tu me reconnais?
Je suis Jules!
Et toi?

Il y a beaucoup de monde ici.
Aujourd'hui il fait beau!
Aujourd'hui c'est lundi?
Tu as anglais aujourd'hui?
Tu as vu ma casquette?
Tu es à l'aise?
Je n'ai pas compris.
Ton blouson/pull/pantalon c'est quelle couleur?

Maatwerk Frans
Oefenen voor T3
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!
Tu me reconnais?
Je suis Jules!
Et toi?

Il y a beaucoup de monde ici.
Aujourd'hui il fait beau!
Aujourd'hui c'est lundi?
Tu as anglais aujourd'hui?
Tu as vu ma casquette?
Tu es à l'aise?
Je n'ai pas compris.
Ton blouson/pull/pantalon c'est quelle couleur?

Maatwerk Frans
Oefenen voor T3

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Aujourd'hui
  • Welke vragen heb je nog?
  • Oefenen voca
  • Oefenen grammatica

Slide 3 - Diapositive

Aujourd'hui

  • Oefenen voca
  • Ga naar Quizlet.live

Slide 4 - Diapositive

Maak ontkennend:
Tu joues dans la rue?

Slide 5 - Question ouverte

Maak ontkennend:
C'est mon pull noir.

Slide 6 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
le pull

Slide 7 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
une jupe

Slide 8 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord:
(mijn) soeur

Slide 9 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord:
(haar) cahiers

Slide 10 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord:
(jouw) casquette

Slide 11 - Question ouverte

Werkwoorden, vertaal:
ik ga

Slide 12 - Question ouverte

Werkwoorden, vertaal:
zij gaan

Slide 13 - Question ouverte

Werkwoorden, vertaal:
wij trekken aan

Slide 14 - Question ouverte

Werkwoorden, vertaal:
hij trekt aan

Slide 15 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord op juist plaats en in juiste vorm:
(blauw) un pull

Slide 16 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord op juist plaats en in juiste vorm:
(nieuw) un .... jour ....

Slide 17 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord op juist plaats en in juiste vorm:
(duur) une .... jupe ....

Slide 18 - Question ouverte

Zeg in het Frans:
Hij trekt een rood jack aan.

Slide 19 - Question ouverte

Zeg in het Frans:
Zij trekken een nieuwe broek aan.

Slide 20 - Question ouverte

Zeg in het Frans:
Jij gaat naar school.

Slide 21 - Question ouverte

Zeg in het Frans:
Zij gaat met de bus.

Slide 22 - Question ouverte

Ik geef mezelf een ...
010

Slide 23 - Sondage

Slide 24 - Diapositive