Druk op vaste stoffen, vloeistoffen en gassen

Pak een cursusblad.
Noteer FY en de titel van deze dia
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak een cursusblad.
Noteer FY en de titel van deze dia

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wanneer heb je de minste pijn?
A
Een olifant staat op je voet
B
Een olifant met naaldhakken staat op je voet?

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Een druk van 230 Pa is even veel als een druk van ..
A
2,30 N / m2
B
0,0230 N / m2
C
23000 N / m2
D
230 N / m2

Slide 6 - Quiz

Een druk van 230 Pa is even veel als een druk van ..
A
2,30 N / cm2
B
0,0230 N / cm2
C
23000 N / cm2
D
2300.000 N / cm2

Slide 7 - Quiz

Bereken de druk op het oppervlak als er 65 N op 0,25 m2 werkt.

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Hoge druk of lage druk in bergen?
A
Hoge druk (meer dan 1000 mbar)
B
Lage druk (minder dan 1000 mbar)

Slide 14 - Quiz

Weten jullie het nog??

Slide 15 - Diapositive

De formule voor druk is
A
P=F*A
B
P=A/F
C
P=F/A
D
P=A*F

Slide 16 - Quiz

Wat is de kracht op een hak als de naaldhak een oppervlakte van 1,5 cm² heeft en er een druk van 500 N/cm² op staat?
Gegevens:
Formule:
Uitwerking
Gevraagd:
Antwoord:
F = 500 x 1,5
F = p x A
p = 500 N/cm²
F = 750 N
A = 1,5 cm²
F in Newton
F = 500 N/cm²
p in Newton

Slide 17 - Question de remorquage

Hoe groot is de kracht links?
A
150 N
B
250 N
C
1200 N
D
4800 N

Slide 18 - Quiz