Les 17: Verschillende soorten leningen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat hypothecaire lening is
... je weet wat consumptief krediet is
... je kunt uitleggen wat het BKR doet
.. je weet wat een doorlopend krediet is
...je weet wat een studieschuld is

Slide 2 - Diapositive

Hypotheek
Hypothecaire lening (of hypotheek): lening voor de aankoop van een huis.
Het huis dient als onderpand. Als je de rente en aflossing niet kunt betalen, mag de bank het onderpand verkopen. Blijft er gedwongen verkoop een restschuld over, dan moet je die ook nog betalen

Lage rente: vanwege het onderpand loopt de bank minder risico 
dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente lager 
dan bij een andere lening.

Lange looptijd: de looptijd van een hypotheek is vaak wel 30 jaar.

Slide 3 - Diapositive

Eisen aan leningverstrekkers
Wet financieel toezicht -> 
inkomens- en lastentoets=> bij leningen van meer dan €250 verplicht informatie vragen over hoogte inkomen en vaste lasten van mensen
informatie opvragen bij BKR-> Bureau Krediet Registratie te Tiel

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Persoonlijk krediet
Persoonlijk krediet: geldlening voor een duurzaam consumptiegoed (bijvoorbeeld auto, meubels, computer) afgesloten bij de bank. Ook wel Persoonlijke lening/ consumptief krediet


Risico bij kredieten voor consumptiegoederen: de aflostermijn> levensduur consumptiegoed
één vast bedrag per maand, de annuïteit, aflossing en rente vormen één gelijkblijvend bedrag

Een consumptief krediet kun je krijgen bij winkels en internetbedrijven. Zij geven je dan de mogelijkheid je aankoop in termijnen af te betalen. Je noemt dat een koop op afbetaling.


Je krijgt krediet van de leverancier (verkoper).
De kredietkosten zijn bij koop op afbetaling vaak hoog.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Doorlopend krediet
doorlopend krediet: Een (bank)rekening waarmee tot een bepaald maximum mag worden geleend.

Als vergoeding voor dit doorlopende krediet wordt rente betaald. 
Een persoonlijke lening waarbij niet is afgesproken dat de lening voor een bepaalde datum moet worden afgelost.

 Ook wel 'rood staan' genoemd
NB rood staan = een negatief saldo op je betaalrekening.
hoger rentepercentage (tot wel 10%!)

Slide 8 - Diapositive

Studieschuld
studieschuld: lening bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor studie.............

Gemiddelde studieschuld bedraagt €25.000
elke 5 jaar renteaanpassing 
75% van de studenten heeft een lening bij DUO

gemakkelijk te verhogen en verlagen 
studenten kennen voorwaarden en regels onvoldoende 

Geen BKR-registratie van studieschuld, echter wel meegenomen in hoogte hypotheek lening

Slide 9 - Diapositive

maak in groepjes van 4 
3.35 a en b 

Lees eerst vanaf halverwege pag 46 over studieschuld.

Slide 10 - Diapositive

Zelf aan de slag!   

Lezen: paragraaf 3.3 soorten leningen
Maken: de vragen 3.30 tm 3.35
Hoe? In stilte.
Klaar? Begin dan met nakijken H3.

timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

€ 50.000 lenen, 6% rente per jaar.
Aflossing hele bedrag na 20 jaar.
Wat is de rente per jaar
A
€ 3.000
B
€ 50.000
C
€ 30.000
D
€ 5.000

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je het terugbetalen van geleend geld?
A
rente
B
krediet
C
aflossen

Slide 14 - Quiz

Juist of Onjuist
Als je minderjarig bent, mag je geld bij de bank lenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

De ouders van Huseyin willen een nieuwe keuken. Omdat ze niet genoeg spaargeld hebben, lenen ze bij de bank € 6.000. Ze spreken af dat ze het geld in 36 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze in totaal moeten terugbetalen.

Slide 16 - Question ouverte

Mustafa is aan het sparen voor een scooter. Hij zet al het geld dat hij kan missen op een spaarrekening bij de bank, zodat het geld sneller aangroeit.
Welke twee redenen van sparen heeft Hakim?
A
sparen uit voorzorg en sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente en sparen voor een doel
C
Sparen voor de rente en sparen uit voorzorg

Slide 17 - Quiz

Wat is rente? (lenen)
A
Een vergoeding omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 18 - Quiz

Wat is een ander woord voor lenen.
A
krediet
B
reserveren
C
sparen

Slide 19 - Quiz

Juist of onjuist.
Het maandbedrag bij een lening bestaat uit rente en aflossing.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.3
maken opdracht 3.30 tot en met 3.35
Pak je agenda!!

Slide 21 - Diapositive