Leesvaardigheid en woordenschat h2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom DTH1O!

Stillezen

Theorie herhalen

Huiswerk nakijken

Startopdracht

Uitleg

Pauze

Aan de slag

Classroomcode: tgo42v2

Stillezen

Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.

Leg in je eigen woorden uit wat een synoniem is.

Geef voorbeelden,
bv. lawaai-herrie.

Huiswerk nakijken

Opdracht 2 t/m 5 blz. 25-27.

Startopdracht: de tekst is te verdelen in drie delen. 

Met welk woord begint het tweede deel? En het derde?

Uitleg

Wat weet je over het begrip 'alinea'?

Alinea

Een tekst is meestal in stukjes verdeeld. Zo’n stukje tekst noem je een alinea.

- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.

- Soms springt de eerste regel van een alinea een beetje in.

- Soms wordt er tussen alinea’s een regel overgeslagen (witregel).

Uitleg

Wat is een deelonderwerp?

Deelonderwerp

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin of in de laatste zin van een alinea. 

Elke alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst.

Uitleg

Soms gaat één alinea over één deelonderwerp. Soms gaan meer alinea’s over één deelonderwerp. Soms staat er een ..... boven een alinea. 

Een .....wordt ook gebruikt om duidelijk te maken dat meer alinea’s samen over hetzelfde deelonderwerp gaan.

Weet jij het nog?

Wat is oriënterend lezen en wanneer gebruik je het?

Wat is globaal lezen en wanneer gebruik je het?

Pauze

Aan de slag

Ga naar hoofstuk 2, lezen, opdracht 1, blz. 41. 

Gezamenlijk lezen we de tekst.

Daarna maken we samen de vragen. 

Huiswerk maken in de les

Maak opdracht 2 en 3, blz. 42. 

Je mag muziek luisteren en/of fluisterend overleggen met je buur.

Welkom DTH1O!

Stillezen

Huiswerk nakijken

Theorie herhalen

Opdracht

Pauze

Startopdracht

Uitleg

Aan de slag

Classroomcode: tgo42v2

Stillezen

Pak je leesboek en ga 15 minuten in stilte lezen.

Huiswerk nakijken

Opdracht 2 en 3 blz. 41-42.

Hoe zit het ook alweer?

Wat is een alinea? Hoe herken je deze?

Wat is een deelonderwerp? Hoe herken je deze?

Wat doe je bij globaal lezen?

Opdracht

Ga naar hoofdstuk 2, lezen, opdracht 4, blz. 43.

Samen lezen we de tekst.

Daarna maak je in duo's de vragen.

Vraag 10-11 maak je als je klaar bent. 

Pauze

Startopdracht: verzin zelf een nieuw woord op de plaats van de puntjes in de volgende zin.

1. Peter won in Wenen het kampioenschap ....., een soort vliegeren met een tennisracket.
   
2. De bekende tv-kok maakt vandaag gefrituurde grassprieten met vliegensaus. Hoe je deze ..... moet maken, vind je op internet.
3. Heb jij ook weleens last van .....? Je weet wel: dat je plots wakker schrikt als je bijna in slaap gevallen bent.

Uitleg

Als je niet weet wat een woord betekent, dan kun je naar een ..... in de tekst zoeken. 

Zo zoek je een omschrijving

- Zoek de omschrijving tussen haakjes of tussen komma’s. 

- Zoek de omschrijving in de volgende zin. 

- Zoek de omschrijving in de vorige zin.

Aan de slag

Hoofdstuk 2, woordenschat.

Maak opdracht 1 t/m 5 blz. 52-55.

Dit is huiswerk voor de volgende les (maandag 3/4e)