Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Pop Art
Pop Art
Jaren ('50 en) '60
UK en VS
Slide 1 - Diapositive
Popart
1956-1970
"Populair art": kunst voor iedereen.
Verwijzingen naar alledaagse leven.
Vervagen en oprekken van grenzen (bijv. materiaalgebruik en onderwerpen).
Vervagen hoge en lage cultuur.
Medekunstenaars hebben kritiek op deze stroming, maar het wordt omarmt door het grote publiek.
Slide 2 - Diapositive
Popart sprak het grote publiek aan, omdat:
het figuratief (en daarmee makkelijk te begrijpen) was.
de onderwerpen uit het dagelijks leven kwamen.
het werk meestal kleurrijk was.
het werk speels en humoristisch was.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Eerste popart kunstwerk.
Alle kenmerken van popart zijn aanwezig:
Consumptiemaatschappij
Massamedia
Reclame
Onpersoonlijke beeldtaal: collage
Gebruiksvoorwerpen
Richard Hamilton, "What Is It That Makes Today's Homes So Different, So Appealing?" 1956
Slide 5 - Diapositive
Verenigde Staten
In Amerika zette popart zich af tegen het serieuze karakter van het abstract expressionisme.
In tegenstelling tot de gelaagde, emotioneel geladen schilderijen van het abstract expressionisme kiezen popartkunstenaars voor onpersoonlijke technieken.
Blow-up: uitvergroot onderwerp
Roy Lichtenstein: "Big painting no. 6", 1965
Slide 6 - Diapositive
Roy Lichtenstein
Slide 7 - Diapositive
Welk kenmerk hoort niet bij popart?
A
Vervreemding door vergroting.
B
Vervreemding door herhaling.
C
Onderwerpen uit de consumptiemaatschappij.
D
Emotie speelt een belangrijke rol.
Slide 8 - Quiz
Andy Warhol
Voor het eerst zeefdruktechniek als kunstvorm.
Afb. uit tijdschriften en kranten.
Grafische, vlakke werkwijze: geen persoonlijk handschrift.
Scherp omlijnde, felle kleurvlakken.
Reproduceerbaarheid en herhaling.
Warhol laat zijn bedrijf “The Factory” zijn kunst produceren. Hij signeert het alleen nog maar. Zo wordt zijn eigen kunst ook een massaproduct.
Andy Warhol: Green disaster twice, 1963
Slide 9 - Diapositive
Andy Warhol
Tripple Elvis - 1963
Brillo - 1964
Campbells soup - 1962
Marilyn Diptych - 1962
Slide 10 - Diapositive
Robert Rauschenberg
Overdrive, 1963
Mark, 1964
Signs, 1970
Monogram, 1959
Combine paintings
Slide 11 - Diapositive
Claes Oldenburg
Door het ongewone materiaal en/of het gigantische formaat kijk je anders naar dagelijkse dingen.
Slide 12 - Diapositive
Tom Wesselmann - Still Life #60
Slide 13 - Diapositive
Engeland
Reclamewereld en massamedia zijn minder belangrijke thema’s dan in Amerika.
David Hockney heeft een hekel aan de banaliteit van de massamedia en schildert wat hij zelf wil, bijv. serie met zwembaden.
Grafische werkwijze.
Zo min mogelijk persoonlijk handschrift, o.a. paper pool techniek en IPad-kunst.
Op 72-jarige leeftijd begon David Hockney
met het maken van iPad-kunst.
Slide 14 - Diapositive
David Hockney - paper pool techniek
Slide 15 - Diapositive
David Hockney
A Bigger Splash, 1967
Man in Shower in Beverly Hills, 1964
Portrait of an Artist,1972
In the Dull Village, 1966
Slide 16 - Diapositive
Frankrijk
Nouveau réalisme
De Franse kunstenaars gebruiken afval om mensen bewust te maken van de consumptiemaatschappij.
Ze zijn niet bang voor het lelijke.
Arman gebruikt niet alleen kleine voorwerpen, maar ook hele auto’s.
Spoerri plakt alles wat er overblijft na een diner vast en hangt dat aan de muur.