Gespreksvaardigheid-Kort

Gespreksvaardigheid-mondeling
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Gespreksvaardigheid-mondeling

Slide 1 - Diapositive

Omschrijvingen:
 Tu vois une image. Imagine-toi que tu dois expliquer à quelqu’un de quoi il s’agit. Essaie de raconter le plus possible sur cette image.
Ta description doit être complète.
N.B : Tu disposes de 30 seconde pour chaque image. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

C'est un objet de taille moyenne. Vert. C'est en papier. Dans cet objet on cherche la signification des mots qu'on ne comprend pas. 

Slide 4 - Diapositive

Omschrijvingen:
 Tu vois une image. Imagine-toi que tu dois expliquer à quelqu’un de qui il s’agit. Essaie de raconter le plus possible sur cette image.
Ta description doit être complète.
N.B : Tu disposes de 30 seconde pour chaque image. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

C'est un homme. Il porte un costume noir, une chemise blanche et une cravate bleue. Il a les cheveux blonds. Il travaille dans une école. Il aide les étudiants à choisir une étude.

Slide 7 - Diapositive

Situatie 1: 
Je bent een Nederlandse student die een kamer zoekt in Frankrijk. Je belt n.a.v. een advertentie waarin een kamer te huur wordt aangeboden. 

Slide 8 - Diapositive


Groet en vertel wie je bent en waarom je belt.

Slide 9 - Question ouverte

Vraag hoe duur de kamer is.

Slide 10 - Question ouverte

Vraag op welke verdieping de kamer ligt .

Slide 11 - Question ouverte

Zeg dat je graag een afspraak zou willen maken om te komen kijken.

Slide 12 - Question ouverte

Situatie 2: 
Situatie 2: Je bent een Nederlander en je komt bij een Franse camping waar je zou willen kamperen. 

Slide 13 - Diapositive

Je wilt weten of er plaats is voor vier personen met een auto, een caravan en een klein tentje.

Slide 14 - Question ouverte

Je wilt graag een plaats in de schaduw, dicht bij het toiletgebouw, met elektriciteit.

Slide 15 - Question ouverte

Situatie 3: 
Je bent een Nederlandse toerist en je komt bij een Frans hotel waar je zou willen overnachten

Slide 16 - Diapositive

Je zoekt /wilt een rustige tweepersoonskamer met bad en wc, voor een nacht, voor een redelijke prijs.

Slide 17 - Question ouverte

Ook wil je weten hoe laat het ontbijt is.

Slide 18 - Question ouverte

je wilt weten waar je jouw auto kunt parkeren en of je daarvoor moet betalen.

Slide 19 - Question ouverte

Situatie 4 (nieuw): 
Je bent een Nederlandse student aan een hogere economische school en je komt bij een Frans bedrijf waar je stage zou willen lopen.

Slide 20 - Diapositive

Op een vraag over je motivatie zeg je: Frankrijk is een belangrijk handelsland voor Nederland en je denkt door een stage te lopen in Frankrijk je mogelijkheden op de arbeidsmarkt te vergroten.

Slide 21 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wat voor opleiding je volgt.
Zeg dat je een studie volgt aan een hogere economische school.

Slide 22 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wat jouw talenkennis is.
Zeg dat jouw moedertaal Nederlands is, dat je Engels vloeiend spreekt en je Frans redelijk is.

Slide 23 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten hoe jouw computerkennis is. Zeg dat je heel goed kan werken met de computer en dat je programma's zoals Word en Excel beheerst.

Slide 24 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wanneer je wilt beginnen met de stage.. Zeg dat je beschikbaar bent van 1 sep t/m 28 februari.

Slide 25 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wat jouw hobby's zijn? (3 hobby's noemen)

Slide 26 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wat jouw telefoonnummer is?

Slide 27 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf wil weten wat jouw e-mail adres is?

Slide 28 - Question ouverte

De medewerker van het bedrijf bedankt jou voor je komst. Reageer (bedank en neem afscheid).

Slide 29 - Question ouverte

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Question ouverte

Denk je nu dat je klaar voor de toets bent?
Heb je nog hulp nodig?

Slide 31 - Question ouverte