Naut thema 5

Naut 
Thema 5
Quiz
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Naut 
Thema 5
Quiz

Slide 1 - Diapositive

Waar ging dit thema over?
Noem 4 begrippen.

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn hemellichamen?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het?

Slide 4 - Diapositive

Bol van steen, ijs of gas die om een.. draait.
A
ster
B
planeet
C
maan

Slide 5 - Quiz

Grote bol gas die licht en warmte uitstraalt.
A
ster
B
planeet
C
maan

Slide 6 - Quiz

Hemellichaam dat om een ... draait.
A
ster
B
planeet
C
maan

Slide 7 - Quiz

Waarom is Mars geen maan maar een planeet?
A
Hij draait niet om de aarde
B
Hij draait om de zon
C
Hij geeft zelf licht.

Slide 8 - Quiz

Dankzij de ..... blijven de planeten bij de zon en de manen bij hun planeten.

Slide 9 - Question ouverte

Welke maanfase is het?

Slide 10 - Diapositive

De maan staat recht tegenover de zon.
A
volle maan
B
halve maan
C
nieuw maan

Slide 11 - Quiz

De maan staat tussen de zon en de aarde.
A
volle maan
B
halve maan
C
nieuw maan

Slide 12 - Quiz

De maan krijgt zonlicht van opzij.
A
volle maan
B
halve maan
C
nieuw maan

Slide 13 - Quiz

aardkern
aardkorst
aardmantel

Slide 14 - Question de remorquage

Wat bestaat dankzij een dampkring?
A
biosfeer en kraters
B
kraters en meteorieten
C
meteorieten en vallende sterren
D
biosfeer en vallende sterren

Slide 15 - Quiz

Wat is de beste verklaring voor het mooie weer in de zomer?
A
In de zomer is de dampkring op ons halfrond dunner
B
In de zomer staat de aarde dichter bij de zon
C
In de zomer staat de zon hoger door de scheve aardas

Slide 16 - Quiz

Als het aan de ene kant van de wereld eb is, is het aan de andere kant van de wereld..
A
eb
B
vloed

Slide 17 - Quiz

De getijden wordt veroorzaakt door.....
A
de zwaartekracht van de maan
B
de zwaartekracht van de aarde
C
de afstand van de zon
D
de temperatuur op aarde

Slide 18 - Quiz

Als het op het .... zomer is, is het op het zuidelijk halfrond ......
A
noordelijk halfrond zomer
B
noordelijk halfrond winter
C
zuidelijk halfrond zomer
D
zuidelijk halfrond winter

Slide 19 - Quiz

Als een ...... op de aarde valt ontstaat er een ....
A
ster meteoriet
B
ster krater
C
krater meteoriet
D
meteoriet krater

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de 3 functies van de dampkring?

Slide 21 - Question ouverte

Waarom hebben we 1x in de 4 jaar een schrikkeldag?

Slide 22 - Question ouverte

Heeft de stand van de maan invloed op je humeur? Wat kan je helpen om je standpunt te bepalen?
A
Standpunten van anderen met elkaar vergelijken
B
Een tekening maken van je standpunt
C
Beschrijven hoe je humeur vandaag is

Slide 23 - Quiz

Wat moet jij nog goed leren voor de toets?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo