2HV Formuleren H1 variatie in woordgebruik

Vandaag 

  1. Tien minuten lezen
  2. Formuleren: variatie in woordgebruik
  3. Oefening synoniemen
  4. Aan de slag!
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 

  1. Tien minuten lezen
  2. Formuleren: variatie in woordgebruik
  3. Oefening synoniemen
  4. Aan de slag!

Slide 1 - Diapositive

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Leerdoel formuleren H1
  • Ik kan mijn tekst aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Variatie in woordgebruik
Een tekst wordt snel saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt. Het is beter om wat variatie aan te brengen.

  • Gebruik synoniemen
  • Gebruik verwijswoorden


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een synoniem?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn verwijswoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een verwijswoord gebruikt.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk drie synoniemen voor 'vrienden'.
timer
2:00

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem twee synoniemen voor auto
timer
2:00

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Waar?
Bladzijde 236

Opdracht 1+2+3
Deze maak je in de les. Niet af= thuis afmaken.

Klaar?
Lezen in je leesboek.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat?
Maak opdracht 1, 2 en 3 van H1 Formuleren.

Hoe?
Op je laptop via Nieuw Nederlands online. Kun je niet online werken, dan maak je opdracht 1, 2 en 3 van blz. 32/33 in je schrift.

Klaar?
Lezen in je leesboek.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions