Lezen 1.2 Titel, onderwerp, alinea

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

DOEL

Je weet wat een titel is.

Je weet wat een tussenkopje is.

Je weet wat een onderwerp is.

Je weet wat een deelonderwerp is.

Je weet wat een alinea is.

Weet jij nog wat een onderwerp is?

Weet jij nog wat een deelonderwerp is?

Weet jij nog wat een tussenkopje is?

Weet jij nog wat een alinea is?

Titel en tussenkopje

Bijna elke tekst heeft een titel. Soms noemt de titel het onderwerp van de tekst. Staat het onderwerp er niet letterlijk in, dan geeft de titel bijna altijd wel een aanwijzing.

Bij krantenberichten spreek je niet van titel, maar van kop of kopje.

Een tussenkopje is een titel i een tekst die aangeeft waarover een tekstgedeelte gaat.

Onderwerp en deelonderwerp

Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat. Je kunt het in een paar woorden formuleren. Bijvoorbeeld: De eerste schooldag.

Als je snel wilt weten wat een onderwerp is, kijk dan naar de titel en lees de eerste alinea.

Een deelonderwerp is het onderwerp van een tekstgedeelte. Bijvoorbeeld: De nieuwe klas. De mentor. De eerste lessen.

Alinea

Elke wat langere tekst is opgedeeld in alinea's. In een alinea wordt een stukje van het onderwerp behandeld.

Een alinea is meestal duidelijk te herkennen.

De laatste regel is vaak niet helemaal vol.

De eerste regel sprint in

Er staat een witregel tussen twee alinea's

Bijna elke tekst heeft een titel.

1. Goed
2. Fout

Een tussenkopje is een titel in een tekst, die aangeeft waarover een tekstgedeelte gaat.

1. Goed
2. Fout

Het onderwerp van de tekst staat altijd in de titel.

1. Goed
2. Fout

Een deelonderwerp is het onderwerp van een gedeelte van de tekst.

1. Goed
2. Fout

Een deelonderwerp bestaat altijd uit één alinea.

1. Goed
2. Fout

Een alinea is meestal duidelijk te herkennen.

1. Goed
2. Fout

Aan de slag

Lesboek blz. 38

Startopdracht + opdracht 1

Wat wist je al?

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.