Lezen H4 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Deze les

Lezen H4: Feiten, meningen en argumenten

Aan het eind van de les:

• kun je vertellen wat het verschil is tussen feiten, meningen en argumenten; 
• kun je feiten en meningen herkennen; 
  
• kun je argumenten herkennen;
• kun je zelf feiten en meningen bedenken. 

Planning deze les

• Kort theorie Lezen H4 herhalen
  
• Aan de slag!

Huiswerk

Donderdag 9 juni:

Lezen H4 af

Herhalen Lezen H4

Wat was ook alweer het verschil tussen een feit, een mening en een argument?

Herhalen Lezen H4

Formuleer een feit, een mening en een argument bij onderstaande stelling:

Alle kinderen moeten verplicht naar een zomerschool

Feit vs. Mening

Feit

• Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  
• Een feit kan je controleren.
  

Voorbeeld: 'De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.'

Mening (standpunt)

• Wat iemand ergens van vindt
• Het is niet controleerbaar
• Je kunt het eens of oneens ermee zijn

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen'

Argument (reden)

• Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
• Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Opdracht

Lezen H4: opdr. 1, 2, 4 op papier! Gebruik de teksten om te markeren.

Maak deze opdrachten zelfstandig (of héél zachtjes in tweetallen). 

Klaar?

Maak de steropdrachten of ga lezen in je leesboek.

Huiswerk

Donderdag 9 juni:

Lezen H4: opdr. 1, 2, 4 af

Komende lessen

Dinsdag 7 juni - invalles:

• Verder werken aan Lezen H4
• Lezen in je leesboek
• Evt. beginnen aan Lezen H5