les 2 voorkennis H1_vaardighedentrainers

H1 Chemisch rekenen
NOVA vwo 4
les 2 voorkennis wo3
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1 Chemisch rekenen
NOVA vwo 4
les 2 voorkennis wo3

Slide 1 - Diapositive

opbouw van het vak scheikunde:

kennis
overlapt

wat je leert heb je steeds opnieuw nodig

Slide 2 - Diapositive

Deze basis heb je gelegd in klas 3

in vwo4
gaan we
er dieper
op in

én gaan we daar nieuwe kennis aan toevoegen

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 1 = Chemisch Rekenen


dit overlapt met de kennis van
klas 3
is deze voorkennis bekend?

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van deze les:
  • weet je hoe je getallen noteert met een macht van 10 (wetenschappelijke notatie)
  • weet je of je reactievergelijkingen kunt opstellen en kloppend maken 

Slide 5 - Diapositive

De wetenschappelijke notatie
Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen. 
dan kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.  

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Grote getallen
Duizend     1 000
Miljoen       1 000 000    
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000 

Welke macht moet je gebruiken? Tel het aantal plaatsen dat je de komma naar links moet opschuiven om een getal tussen de 1 en de 10 te krijgen.
103
106
109
1012
1015

Slide 8 - Diapositive

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie
1 duizend = 1000 =
1760 = 1,760 x 1000 =
 13 245 864 = 1,3245864 x 10 000 000 =

Bij het uitvoeren van berekeningen op je rekenmachine is het belangrijk dat                                                     bij elkaar blijft. 
Gebruik daarom de EXP toets.
 


1,000103
1,760103
1,3245864107
(1,3245864107)

Slide 9 - Diapositive

Match de getallen met de macht van 10
1000
1 miljard
100
1 miljoen
106
109
102
103

Slide 10 - Question de remorquage

Match de getallen met de macht van 10
500
50 miljard
50 000
500 miljoen
5 x 102
5 x 108
5 x 104
5 x 1010

Slide 11 - Question de remorquage

Kleine getallen in de wetenschappelijke notatie
1 duizendste =               = 0,001 = 

0 , 000 007 65 = 


10001
103
7,65106

Slide 12 - Diapositive

Kleine getallen
Duizendste    0,001
Miljoenste      0,000 001
Miljardste       0,000 000 001

Welke macht moet je gebruiken? Tel het aantal plaatsen dat je de komma naar rechts moet opschuiven om een getal tussen de 1 en de 10 te krijgen.
103
106
109

Slide 13 - Diapositive

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  0,001 937= 
Deze zijn over :
x 10-6
x 10-4
x 10-3
x 103
2,0
1,94
1,93
1,9

Slide 14 - Question de remorquage

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  0,02653 = 
Deze zijn over :
x 10-4
x 10-3
x 10-2
x 10-1
3,0
2,7
2,6
2,5

Slide 15 - Question de remorquage

Eigen werk (na rest van uitleg)
Train deze vaardigheid met de online vaardighedentrainer "wetenschappelijke notatie" - deze staat bij de introductie van H1

Slide 16 - Diapositive

Reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken

weet je het nog?

Slide 17 - Diapositive

Geef de juiste formules van de stoffen koolstof en waterstof
A
CenH2
B
C2enH2
C
C en H
D
C2enH

Slide 18 - Quiz

Geef de juiste symbolen voor de elementen lood en fosfor
A
Pt en P
B
Pt en F
C
Pb en P
D
Pb en F

Slide 19 - Quiz

Wat is de naam van
C2H6O
A
ethanol
B
glucose
C
methaan
D
suiker

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste naam van
P2O5
A
di fluor penta oxide
B
di fosfor penta oxide
C
di fluor tetra oxide
D
di fosfor tetra oxide

Slide 21 - Quiz

Wat is de juist formule van distikstofoxide
A
2NO
B
NO2
C
N2O

Slide 22 - Quiz

Formules leren
De elementen op blz 56 moet je 
uit je hoofd kennen
Deze kennis heb je nodig om reactievergelijkingen te kunnen opstellen
Je moet ook weten wat de getallen in de formule betekenen om het aantal atomen te kunnen tellen.
reactievergelijking??
ik ken de formules
ik kan
formules lezen
reactievergelijking!

Slide 23 - Diapositive

De kloppende reactievergelijking van de ontleding van water in zuurstof en waterstofgas is:
A
H2O2(l)>O2(g)+H2(g)
B
H2O(l)>O(g)+H2(g)
C
2H2O(l)>O2(g)+2H2(g)
D
H2O(l)>O(g)+2H(g)

Slide 24 - Quiz

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet) 
  • Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • Einde: check of de coëfficiënten nog vereenvoudigd kunnen worden en controleer door alles 1x na te tellen. 

Slide 25 - Diapositive

Maak de reactievergelijking kloppend:

...C3H6+....O2>...H2O+...CO2

Slide 26 - Question ouverte

Eigen werk (na vervolg uitleg)
Train deze vaardigheid met de online vaardighedentrainer "reactievergelijkingen kloppend maken" - deze staat bij de introductie van H1

Slide 27 - Diapositive

Structuurformules
- laat zien uit welke atomen een molecuul bestaat
- laat zien uit hoeveel atomen een molecuul bestaat
- laat zien op welke manier de atomen aan elkaar vast zitten: je tekent de atoombindingen
1 streepje = 1 atoombinding
2 streepjes = 2 atoombindingen

Slide 28 - Diapositive

Structuurformules
Voor het tekenen van structuurformules
bij een molecuulformule
gebruik je de covalenties
van de niet-metaalatomen:

Slide 29 - Diapositive

Oefenen
Teken een structuurformule die voldoet aan de formule

C2H4O2

Slide 30 - Diapositive

Eigen werk:
leer je de elementen van blz 56 uit je hoofd
leer op blz 203 hoe je op je rekenmachine werkt met de wetenschappelijke notatie

train je de vaardigheden "wetenschappelijke notatie",  "reactievergelijkingen kloppend maken" en "structuurformules" net zolang, tot je er geen fouten meer in maakt.

Slide 31 - Diapositive