H1 Taalverzorging- de persoonsvorm spelling

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

  • 15 minuten lezen
  • Uitleg H1 spelling
  • Oefenen
  • Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Hoe spel je de pv?
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Zwakke en sterke werkwoorden: wat zijn dat ook alweer?

Bijvoorbeeld: 
Ik loop naar de supermarkt (pvtt)
Ik liep naar de supermarkt (pvvt)

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Bij het werkwoord rennen:
ik ren, hij rent, zij rent, wij rennen

Bij het werkwoord worden:
ik word, hij wordt, zij wordt, wij worden
In de hij/zij/jij pvtt vorm = ik vorm + t

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd
Bij het werkwoord rennen:
Ik rende, hij rende, zij rende, wij renden

Bij het werkwoord worden:
Ik werd, hij werd, zij werd, wij werden

Bij het werkwoord landen:
Ik landde, hij landde, zij landde, wij landden
twijfel je of er een de(n) of te(n) achter het woord komt, gebruik dan 't kofschip x

Slide 6 - Diapositive

Oefenen

Slide 7 - Diapositive

Ik ... (vinden) dat te ver fietsen(pvtt)
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vondt

Slide 8 - Quiz

Zij ... (haten) de bus naar school (pvvt)
A
haat
B
haatt
C
haatte
D
haate

Slide 9 - Quiz

Het vliegtuig ... (landen) heel voorzichtig op de grond (pvtt)
A
Land
B
landt
C
landde
D
landte

Slide 10 - Quiz

De reis met de auto ... (duren) zo ontzettend lang (pvvt)
A
Duurt
B
duurd
C
duurde
D
duurte

Slide 11 - Quiz

De docenten ... (weten) wat er allemaal aan de hand was (pvvt)
A
weten
B
weeten
C
wisten
D
wistten

Slide 12 - Quiz

mogen tegenwoordige tijd
.........jij 's winters zonder jas naar buiten?

Slide 13 - Question ouverte

bewonen tegenwoordige tijd
.........jullie een eengezinswoning?

Slide 14 - Question ouverte

gillen tegenwoordige tijd
de meisjes ........als ze hun idool tegenkomen

Slide 15 - Question ouverte

draaien tegenwoordige tijd
de ballerina .......een prachtige pirouette.

Slide 16 - Question ouverte

meten tegenwoordige tijd
Waarmee ......je de lengte van je tuin op?

Slide 17 - Question ouverte

antwoorden TT
Zij (enkv) .......helemaal verkeerd op die vraag

Slide 18 - Question ouverte

hebben tt
hij...........meestal weinig tijd

Slide 19 - Question ouverte

reizen vt
Mijn ouders .........graag door Europa

Slide 20 - Question ouverte

verliezen vt
ik ...........soms met schaken

Slide 21 - Question ouverte

blozen vt
Wat is er gebeurd, je .......zo!

Slide 22 - Question ouverte

genezen vt
De dokter .........de patiënt

Slide 23 - Question ouverte

slepen vt
die kinderen ........met kerstbomen

Slide 24 - Question ouverte

spelen vt
wij ..........dat spel nooit

Slide 25 - Question ouverte

schrikken vt
Het kindje .........van het harde geluid.

Slide 26 - Question ouverte

baden vt
Zij (enkv) ..........altijd in dat grote meer.

Slide 27 - Question ouverte

heten vt
hij ..........Gerard van der Zanden

Slide 28 - Question ouverte

branden vt
het vuur ........al heel lang

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag
H1 taalverzorging spelling - persoonsvorm tt en vt
Opdr 1 t/m 9.

Klaar?
Taalverzorging 3 trainen

Slide 31 - Diapositive